Deze case is ontleend aan de praktijk van het project Zeeweringen in Zeeland dat zich richt op het verbeteren van steenzettingen in het Deltagebied. De case is op enkele punten aangepast ten opzichte van de echte situatie en wordt beschreven in de lijn van het ontwerpproces zoals gebruikelijk bij Projectbureau Zeeweringen.
Figuur 5-1: Vlakkenkaartje
Hellegatpolder is een dijk in Zeeuws-Vlaanderen. Voor de dijk ligt een schor. De Hellegatpolder is verdeeld in 3 vakken, te weten:
-
dijkvak 101 oost, van dp 0 t/m 7;
-
dijkvak 101 west, van dp 7 tot dp 11;
-
dijkvak 102, van dp 11 t/m 14. Tussen dp 9 en 11 maakt de dijk een bocht. Het laatste stuk staat bijna haaks op het vak van 11 t/m 14.
De indeling in vakken is gemaakt op basis van de hydraulische randvoorwaarden en wordt tevens gebruikt voor de ecologische randvoorwaarden. Soms wordt de indeling verfijnd ten behoeve van de ecologie. De indeling in stroken is gemaakt door onderscheid te maken tussen de zogenoemde onder- en de boventafel. De overgang tussen onder- en boventafel is een knik in het talud die op NAP +3,00 meter ligt. De gemiddelde taludhelling is 1:3,8.
Aan de teen van de constructie ligt de teenbestorting. De steenzetting bestaat van de teen tot de berm uit:
-
koperslakblokken, tussen NAP 0,0 meter tot NAP +3,0 meter;
-
vlakke betonblokken, van NAP +3,0 meter tot NAP +6,0 meter liggen.
Van dp 0 tot en met dp 9 ligt een hoog voorland tot circa NAP +1,5 meter. Boven de vlakke betonblokken ligt de berm. Boven de berm ligt het bovenbeloop dat bekleed is met gras. Tussen dp 0 en dp 9 ligt het voorland tussen NAP +1,50 meter en NAP + 2,50 meter, beneden dat peil ligt op dat gedeelte geen steenzetting.
Bij de toetsing6 is de gehele steenzetting van de Hellegatpolder beoordeeld als ‘onvoldoende’.
De aangrenzende dijkvakken zijn een paar jaar geleden verbeterd. Het dijkvak aan de oostzijde is verbeterd met betonzuilen, het dijkvak aan de westzijde is verbeterd met gepenetreerde breuksteen op de ondertafel en betonzuilen op de boventafel.