Zoeken in deze site

Overige belastingen - Eisen vanuit de primaire functie

Naast de hydraulische belastingen en de constructie gerelateerde belastingen zijn er andere invloeden en processen die zouden kunnen leiden tot falen en/of bezwijken van de bekleding. Deze worden onderverdeeld in ‘overige belastingen’ en ‘bedreigingen’. Overige belastingen zijn belastingen die regelmatig of zelden optreden en waartegen een bekleding bestand dient te zijn. Bedreigingen zijn de belastingen waarvan de kans van voorkomen samen met zeldzaam hoge hydraulische belasting gering is en die daarom in het algemeen niet worden meegenomen in het ontwerp (§3.6). Belastingen die volgen uit secundaire functies worden hier niet genoemd. Deze belastingen worden behandeld in hoofdstuk 5.

De volgende ‘overige belastingen’ kunnen worden onderscheiden:

  • wind: wind kan onder andere op de volgende manieren een bekleding/waterkering belasten:

    • een windbelasting kan via een boom of gebouw zorgen voor een horizontale belastingscomponent;

  • erosie: bij kleine/lichte elementen, bijvoorbeeld zand, kan er winderosie optreden;

  • door wind kan zand verstuiven/ophopen en bijvoorbeeld bij gras verstikking veroorzaken;

  • biologische aantasting: aantasting of beschadiging door planten en dieren. Voorbeelden van deze belasting zijn:

    • (water-)planten die op, tussen en door de bekleding heen groeien (zie Figuur 3-11);

    • graverijen door dieren, bijvoorbeeld (muskus-)ratten die gangen en holen graven;

    • afstervende of afgestorven begroeiing;

  • chemische aantasting (aantasting materialen door bijvoorbeeld oxidatie, zout, et cetera):

    • constructiematerialen kunnen door bijvoorbeeld oxidatie, zout water en door stoffen die in vervuild water voorkomen, worden aangetast. Een chemische aantasting zal vermoedelijk niet leiden tot bezwijken van de waterkering, maar kan wel de bekleding verzwakken. Bij onvoldoende sterkte van de bekleding kan de bekleding bezwijken door een van de andere genoemde belastingen/faalmechanismen;

  • klimatologische aantasting: aantasting door droogte, uv-straling, koude en warmte.

    Enkele voorbeelden zijn:

    • opgesloten water zal door bevriezing uitzetten en kan daardoor constructiematerialen aantasten;

    • door langdurige droogte kan een te dunne kleilaag op een talud zodanig uitdrogen dat een grasmat hier ernstige schade van ondervindt;

    • geotextielen kunnen worden aangetast door ultraviolette straling;

    • zonnebrand op basalt (een specifiek degradatiemechanisme onder bepaalde atmosferische condities). Er zijn testen ontwikkeld om te bepalen hoe vatbaar basalt is voor dit mechanisme;

636149030092238492Image_043_jpg 636149030179582085Image_044_jpg

636149030303175624Image_045_jpg

636149030360675526Image_046_png
Figuur 3-11: Biologische aantasting, klimatologische aantasting, stripping (boven, vlnr) ijsbelasting, schematisch weergegeven ijsbelasting (onder, vlnr)
  • ijsbelasting:

    • water bedekt met ijs kan een belasting geven op de waterkering en de bekleding. Bewegend ijs (door bijvoorbeeld wind) wordt tegen de bekleding geduwd en geeft daardoor een impact op de bekleding. IJsplaten kunnen over elkaar heen schuiven en kunnen dan ook over de bekleding schuiven. Vooral bij een ruw oppervlak krijgen deze ijsplaten grip op de bekleding en kan het bewegende ijs de bekleding meetrekken. De gevolgen van belasting door ijs moeten zoveel mogelijk worden beperkt. Dit kan bijvoorbeeld door een glad oppervlak, een flauwe taludhelling of een berm toe te passen;

  • onderhoudsmaterieel/verkeer:

    • de waterkering zal geïnspecteerd worden en eventueel zal de bekleding onderhouden moeten worden. Inspectie- en onderhoudsvoertuigen kunnen hierdoor de bekleding belasten;

  • drijvende voorwerpen:

    • drijvend vuil en wrakhout kunnen schade veroorzaken of een eroderende werking hebben doordat ze (herhaaldelijk) op een bekleding botsen. Doorgaans hebben drijvend vuil en wrakhout weinig massa en is de belasting klein;

  • interactie bekleding met andere materialen en dijklichaam: de interactie van de bekleding met andere materialen in de bekleding of het dijklichaam kan leiden tot belastingen op zowel de bekleding als op de andere materialen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

    • verstopping: een doorlatende bekleding kan verstopt raken doordat fijne deeltjes vast gaan zitten in de openingen. Het gevolg hiervan kan zijn dat de bekleding ondoorlatend wordt, waardoor mogelijk de waterdruk onder de bekleding groter wordt;

    • 636149030615987594Image_049_jpg
      Figuur 3-12: Aanvaring (links boven), kabels en leidingen (links onder) en aardbeving (rechts)

      vermenging: vermenging van de bekleding met andere materialen kan de kwaliteit/ sterkte van de bekleding verminderen;

      636149030472550335Image_047_jpg

      636149030530675236Image_048_jpg

    • chemische aantasting: een innovatieve bekleding kan mogelijk bestaan uit meerdere (chemische) componenten die een effect hebben op het milieu. In hoofdstuk 4 worden daarom de milieuhygiënische aspecten van een bekleding besproken. De componenten kunnen echter ook een negatieve invloed hebben op andere materialen in de bekleding of het dijklichaam. Dit kan leiden tot verzwakking.

Bron

Handreiking Dijkbekledingen Deel 1: Algemeen (HDD1)

Hoofdstuk
Eisen vanuit de primaire functie
Auteur
Cirkel J., C. van Dam, E. van den Akker, J.W. Nell
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat WVL en Projectbureau Zeeweringen
Verschijningsdatum
2015
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.