Bij het bepalen van de dimensies van een teenbescherming zijn met name de volgende aspecten van belang:
-
Laagdikte van de teenbescherming;
-
Lengte van de teenbescherming;
-
Taludhelling.
De laagdikte van de teenbescherming wordt bepaald door de volgende optredende belastingen:
-
Overdrukken ten gevolge van waterstandsverschillen. Dit mechanisme wordt behandeld in §4.3;
-
Overdrukken door stromend water. Dit mechanisme wordt behandeld in §4.5;
-
Overdrukken door golfbeweging. Dit mechanisme wordt behandeld in §4.6.
Een praktische maat voor de minimale laagdikte van een asfaltmastiekslab is 0,10 – 0,15 meter indien deze boven water is vervaardigd en 0,20 meter indien deze onder water is aangelegd.
De lengte van de teenbescherming bepaalt de weerstand van de constructie tegen ontgrondingen. In §4.7 is aangegeven hoe de benodigde lengte van de teenbescherming wordt bepaald.
Figuur 4-2: Teenbescherming van de Brouwersdam
De maximaal mogelijke taludhelling is afhankelijk van de stabiliteit van het mengsel. Bij de toepassing van asfaltmastiek als teenbescherming is de maximale taludhelling 1:7 onder water en 1:10 boven water. Matten van open steenasfalt kunnen ook op steile taluds zowel boven als onder water worden aangebracht (zie ook §3.7).
In Figuur 4-2 is de teenbescherming van de Brouwersdam weergegeven.