-
-
-
-
-
Naast de algemene nota voor de dijkvakken die verbeterd worden, is er een milieu- inventarisatie opgesteld. In de inventarisatie staat beschreven welke natuurwaarden aangetroffen zijn per dijkvak en welke waarden in potentie ontwikkeld kunnen worden. Vervolgens is een methodiek gegeven voor de categorisatie van de natuurwaarden in relatie tot het bekledingstype. De indeling is: matig/slecht, voldoende, redelijk goed, goed en uitmuntend. De indeling van de bekledingstypen in categorieën verschilt voor de getijdenzone en de boventafel.
Er wordt minimaal gestreefd naar herstel van de natuurwaarden. Als op een dijkvak potentieel hogere natuurwaarden ontwikkeld kunnen worden, wordt een bekledingstype gebruikt dat een categorie hoger is geplaatst dan de huidige bekleding.
Naast de categorie-indeling van de bekledingstypen wordt aandacht besteed aan milieu-eisen voor verschillende bekledingstypen. Een aantal bekledingstypen mag bijvoorbeeld niet toegepast worden in de getijdenzone vanwege de kans op uitloging.
Naast de milieu-inventarisatie worden nog een detailadvies van DLG voor de landschappelijke inpassing en een detailadvies van RWS-meetdienst over de natuurwaarden opgesteld. In deze adviezen staan aanvullende aanbevelingen voor de landschappelijke inpassing en maatregelen ter mitigatie en compensatie van natuurwaarden. DLG adviseert in het algemeen het aantal visueel verschillende vakken te beperken en een scheiding tussen bekledingstypen op de grens tussen boven- en ondertafel te leggen, zodat de lijnvorm van de dijk als landschapselement wordt benadrukt. Het detailadvies van de meetdienst is een verfijning van de milieu- inventarisatie. Het projectbureau volgt de adviezen in de milieu-inventarisatie en de detailadviezen in het algemeen op.
Door de categorisatie wordt het aspect ecologie volwaardig betrokken bij het ontwerp. Daardoor hoeft geen MER gemaakt te worden voor (onderdelen van) het project. Dit is een benadering die specifiek is voor Zeeland.
De indeling van de dijkvakken van Hellegatpolder op basis van het detailadvies en de milieu-inventarisatie staat in Tabel 5-2. In het detailadvies is een gedetailleerdere vakindeling gebruikt, omdat deze niet op de golfrandvoorwaarden is gebaseerd maar op de expositie en daarmee samenhangend op de aanwezige en potentiële natuurwaarden. Voor de boventafel is de hoogst haalbare categorie (redelijk) goed, omdat er in de hogere categorie alleen een bekleding van gras zit. Gezien de hoogte van de golfrandvoorwaarden is een grasbekleding echter niet toepasbaar (Hs> 2 meter).
Tabel 5-1: Advies natuurwaarden volgens milieu-inventarisatie en detailadvies
dijkvak
|
Benedentafel herstel
|
verbetering
|
Boventafel herstel
|
verbetering
|
101 oost
|
n.v.t. *
|
n.v.t.*
|
(redelijk)goed
/voldoende
|
(redelijk)goed
|
101 west
(dp 7-dp 9)
|
n.v.t.*
|
n.v.t.*
|
(redelijk)goed
/voldoende
|
(redelijk)goed
|
101 west
(dp 9-dp 11)
|
(redelijk)goed
/voldoende
|
(redelijk)goed**
|
(redelijk)goed
|
(redelijk) goed**
|
102
|
(redelijk)goed
/voldoende
|
(redelijk)goed
|
(redelijk)goed
/voldoende
|
(redelijk)goed
|
*: niet van toepassing vanwege de aanwezigheid van een hoog voorland
**: aanbeveling om zuilen met eco-top toe te passen.