Veelal heeft een asfalt dijkbekleding tevens een verkeersfunctie. Dit verkeer oefent een belasting uit op de bekleding waarmee bij het ontwerp rekening moet worden gehouden. Afhankelijk van de verkeersbelasting, kan de minimaal benodigde laagdikte op de volgende wijze worden bepaald:
-
Als de bekleding alleen wordt belast door voetgangers en fietsers bieden de in Tabel 4-2 aangegeven minimale waarden voor de verschillende asfaltmengsels voldoende draagkracht. Voor dit verkeer is de vlakheid overigens relevanter dan de draagkracht.
-
Als de bekleding incidenteel (minder dan 1000 aslasten per jaar) wordt belast door onderhoudsmaterieel of voertuigen van ontheffingshouders, voldoet meestal de laagdikte die nodig is om golfklappen te weerstaan. In dat geval kunnen in eerste instantie de volgende waarden worden aangehouden:
-
Ondergrond zand: minimaal 0,15 meter waterbouwasfaltbeton;
-
Ondergrond klei: minimaal 0,20 meter waterbouwasfaltbeton;
-
Bij gebruik van open steenasfalt en zandasfalt worden 0,05 meter dikkere lagen aanbevolen.
-
In sommige gevallen zijn bij incidentele verkeersbelastingen aanvullende berekeningen gewenst. Voorbeelden hiervan zijn incidenteel maar zwaar materieel of een bekledingsconstructie waar een dunnere laag asfalt gewenst is. In deze gevallen kan de volgende procedure worden gevolgd:
-
Stel het onderhoudsvoertuig vast dat leidt tot de grootste spanningen en rekken in de bekleding. Dit zal veelal het voertuig zijn met de zwaarste aslast. Het kan echter ook zijn dat een configuratie van minder zware aslasten maatgevend blijkt te zijn.
-
Bepaal de mechanische eigenschappen van het waterbouwasfaltbeton bij de maatgevende belastingscondities. Hiervoor kan een asfalttemperatuur van 20 °C en een frequentie van 3Hz worden aangehouden. Dit komt overeen met een snelheid van het onderhoudsvoertuig van circa 20 km per uur. De elasticiteitsmodulus, de breuksterkte en de breukrek moeten worden bepaald. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van, indien beschikbaar, de resultaten van laboratoriumonderzoek, of gegevens uit de literatuur zoals de nomogrammen van Van der Poel en Bonnaure (bijlage 1 [60]).
-
Bereken de optredende spanningen en rekken aan de onderzijde van de bekleding met behulp van een lineair elastisch meerlagenprogramma, bijvoorbeeld BISAR of CARE, behorend bij [20].
-
Toets de optredende spanningen en rekken aan de breuksterkte en de breukrek. Als de optredende spanningen en rekken de breuksterkte en breukrek niet overschrijden is de aangenomen laagdikte voldoende.
-
Als de bekleding fungeert als openbare weg en dus regelmatig wordt belast kan de benodigde laagdikte worden bepaald volgens de dimensioneringsmethoden voor asfaltwegen. Hiervoor wordt verwezen naar het ontwerpinstrumentarium asfaltverhardingen (OIA), uitgegeven door het CROW [21].
Om de dikte van de asfaltbekleding te beperken kan bij het aanleggen van een onderhoudsweg op de berm een funderingslaag worden toegepast. Een licht hydraulisch gebonden materiaal (bijvoorbeeld slakken 0/40) heeft hier de voorkeur omdat deze een goede draagkracht en een geringe doorlatendheid heeft. Vanwege de gevoeligheid voor
scheurvorming (met risico op reflectiescheuren door het asfalt heen) is een cementgebonden fundering niet gewenst.
Als de onderhoudsweg in de zone onder het maatgevend hoogwater wordt aangelegd, mag geen funderingsmateriaal worden toegepast waarvan de doorlatendheid groter is dan die van zand. Bij een grotere doorlatendheid kunnen wateroverdrukken schade aan de bekleding veroorzaken.
Op een berm kan de wegverharding met een asfaltspreidmachine worden aangebracht waardoor de laagdikte nauwkeuriger kan worden aangelegd. Ook is het materiaal op een berm beter verdichtbaar dan op het talud.
Waterbouwasfaltbeton heeft vanwege het hoge bitumengehalte een lagere vervormingsweerstand dan wegenbouwmengsels. Om deze reden en vanwege het feit dat de sterkte van asfalt afneemt bij hogere temperaturen, moet het belasten van waterbouwasfaltbeton met zwaar materieel op warme dagen (Tlucht � 25°C) worden vermeden.
Figuur 4-25: Onderhoudsweg op de berm van een dijk op Ameland
Figuur 4-26: Aanleg onderhoudsweg op berm - Ameland – 1987