Zoeken in deze site

Veiligheid en materiaalfactor tijdens de uitvoering - Stabiliteitsfactoren

Afhankelijk van de vraag of de waterspanningen worden gemeten, wordt een materiaalfactor voor de consolidatiecoëfficiënt gehanteerd van 1,5 of 1,25 bij grondaanvullingen in den droge.

Bij de berekening van de verwachte consolidatie van de ondergrond bij grondaanvullingen in den natte moet worden gewerkt met een partiële veiligheidsfactor van 1,5 voor de consolidatie eigenschappen in combinatie met voorzichtige aannamen met betrekking tot de ontwatering van het stort. Evenals voor de beoordeling van de veiligheid in de eindsituatie wordt voor de analyse van de kritieke uitvoeringssituaties gewerkt volgens een semi probabilistische methodiek. Dat wil dus zeggen, dat gebruik gemaakt wordt van karakteristieke schattingen van grondparameters, schematiserings-, materiaal- en schadefactoren.

Als eis geldt dat de schadefactor voor glijvlakken, die het waterkerend vermogen van de dijk aantasten, minimaal 1,0 moet zijn. Voor glijvlakken, die het waterkerend vermogen niet aantasten, wordt een schadefactor van minimaal 0,9 aanbevolen. Er is sprake van aantasting van het waterkerend vermogen, indien er schade aan (of falen van) de waterkering ontstaat bij een lagere waterstand dan de waterstand die voor aanvang van de werkzaamheden tot schade (of falen) zou leiden.

Als er gevaar is voor schade aan (of falen van) de waterkering door instationaire aspecten, is er ook sprake van aantasting van het waterkerend vermogen, indien schade ontstaat na een kortere periode van belasting dan de periode van belasting waarna in de oorspronkelijke situatie schade (of falen) zou zijn ontstaan.

Bron

Addendum bij het technisch rapport waterkerende grondconstructies (ATRWG)

Hoofdstuk
Stabiliteitsfactoren
Opdrachtgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Expertise Netwerk Waterkeren
Verschijningsdatum
Juli 2007
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.