Schadecriteria - Bebouwing op waterkeringen

In het verleden zijn schadecriteria opgesteld voor bebouwing ten gevolge van bijvoorbeeld dijkversterkingen. Deze schadecategorieën zijn opgesteld voor op staal gefundeerde bebouwing [4], [29] en [48] en gaan uit van een optredende ongelijkmatige zetting van de bebouwing. Hierbij is de volgende onderverdeling gemaakt:

• geen schade; zettingshelling 1:500;
• esthetische schade; zettingshelling 1:500 -1:250; kans op eenvoudig repareerbare schade;
• constructieve schade; zettingshelling 1:250 -1:1OO; kans op grotere repareerbare schade, geen risico voor de bewoners;
• gebruikersschade; zettingshelling groter dan 1:100; kans op ernstige schade, risico's voor bewoners.

Bij mogelijke schade ten gevolge van polderpeilverlagingen is een indeling in 2 soorten schaden gemaakt [25].
De zogenaamde A-schaden zijn schaden ten gevolge van vervormingen van het gebouw en B-schaden zijn schaden die gerela­teerd zijn aan de zakking van bet maaiveld. De 5 schadeklassen van A zijn:

1. zeer lichte schade; scheurwijdte 1 mm; fijne scheuren, eenvoudig herstelbaar door dichtzetten of verlijmen;
2. lichte schade; scheurwijdte 1-5 mm; zichtbare scheuren, ambachtelijk herstelbaar door dichtzetten, verlijmen en/of uithakken; klemmende deuren en ramen;
3. matige schade; scheurwijdte 5-15 mm (of meer dan 3 scheu­ren); duidelijk zichtbare matige scheuren, meer vaktech­nische begeleiding noodzakelijk voor uithakken en opnieuw inmetselen; ontzette kozijnen, lekkages;
4. ernstige schade; scheurwijdte 15-25 mm (ook afhankelijk aantal scheuren) ; grote scheuren vooral boven ramen en deuren, sterk vervormde kozijnen, merkbaar hellende vloeren (> 1:100), muren bol of uit het lood (>1:100), enkele balken verliezen opleglengte;
   zware schade; scheurwijdte 25 mm;
5. zware konstruktieve schade, begeleiding expert noodzakelijk in verband met geheel of gedeeltelijke afbraak.

Voor de kategorie B zijn de volgende schadeklassen aan te geven:

1. zeer lichte schade die leidt tot enig extra onderhoud;
2. lichte schade die leidt tot frekwenter onderhoud, bij­voorbeeld het verzakken van tuinen en paden;
3. matige schade die extra kontrole en enig herstelwerk vraagt, bijvoorbeeld het verzakken van bedrijfsvloeren;
4. ernstige schade die directe herstelwerkzaamheden noodza­kelijk maakt, bijvoorbeeld leidingbreuk;
5. zware schade die omvangrijke herstelwerkzaamheden met deskundige begeleiding noodzakelijk maakt.

Deze schadecriteria geven een indelingsmogelijkheid van bebouwing waaraan een beoordeling gekoppeld kan worden.