Naast de in par. 11.5.1 genoemde ontwerpcriteria kunnen in algemene zin nog een aan tal maatregelen warden aanbevolen ter voorkoming ofbeperking van zandmeevoeren de we lien. Hieraan dient niet alleen bij het ontwerp, maar ook bij het beheer en onder houd aandacht te warden geschonken.
-
Grote kwel en hoge waterspanningen kunnen bij een dijk voorkomen warden door het voorland met daarop aanwezige afsluitende lagen zoveel mogelijk in stand te houden ofte herstellen. Bij het ontwerp dient rekening te warden gehouden met het ontgrondingenbeleid in de uiterwaard.
figuur 11.21
140
-
Geconcentreerde uitstroming van kwelwater uit het binnentalud en het maaiveld direct achter een dijk moet voorkomen worden. Speciaal moet hierbij aandacht ge schonken worden aan mogelijke kwel langs vreemde elementen, zoals leidingkrui singen, damwanden, heipalen, putten en kelders.
Boor- en sondeergaten dienen deskundig en met zorg te worden afgedicht (lit. 13). Ook moeten concentraties van stroom- en potentiaallijnen door een onjuiste op bouw en vormgeving van het dijklichaam voorkomen worden. De figuren 11.21 en
11.22 illustreren dit.
figuur 11.22
-
Als sterke kwel in en nabij een dijk niet te vermijden is, is een beheerste uitstro ming mogelijk, zonder erosie van de grond, door het toepassen van filterconstruc ties. Hiervoor zij verder verwezen naar par. 12.1.7.
-
Men moet zoveel mogelijk voorkomen dater sloten liggen in de nabijheid van de
dijk, zowel parallel aan als haaks op de dijk. Dit geldt zeker voor sloten die een af sluitende laag geheel of voor een groot gedeelte doorsnijden.
Buitendijks vormen sloten een dicht bij de dijk gelegen intreepunt. In binnendijkse
sloten komen vaak wellen voor die moeilijk waar te nemen zijn, en waarvan het zand soms over grote afstand door het stromende water wordt meegevoerd, zodat er geen sprake is van krateropbouw rond de we!. Ook het treffen vao noodmaatregelen in een sloot ter beteugeling van wellen is dikwijls moeilijk.
Buitendijks dienen sloten nabij een dijk gedicht te worden met slecht doorlatende specie. Overwogen kan worden binnendijks gelegen sloten te dempen met goed doorlatend materiaal, teneinde de drainerende werking ervan voor de zandonder grond in stand te houden. Als binnendijkse dicht bij de dijk gelegen sloten toch in stand moeten blijven, kan een goed ontworpen filterconstructie in taluds en slootbodem een oplossing geven.
-
Een dicht bij een dijk gelegen wiel kan zeer gevaarlijk zijn. In par. 12.4 wordt hierop nader ingegaan. Aanbevolen wordt bij binnendij kse wielen een afstand van 5Haan te houden tussen het snijpunt van MHW met het binnentalud van de dijk, en de wa terlijn in het wiel. De onderwatertaluds nabij de dijk dient men te verflauwen tot
hellingen van 1 :5 a 6, door middel van onderwateraanvullingen met zand dat een
141
grotere doorlatendheid heeft dan de bestaande zandondergrond. Eventueel aan wezige sliblagen moeten eerst worden verwijderd.
Ter plaatse van de uittree van kwelwater uit bet onderwatertalud bij de overgang van een afdekkende kleilaag naar de zandondergrond, moet zo nodig een filterconstruc tie worden aangebracbt (par. 12.4 en lit. 14).
Ter beperking van de kwel en de waterspanningen verdient het aanbeveling de on derwatertaluds van buitendijkse wielen te voorzien van een slecbt doorlatende laag, als die niet al aanwezig is.
-
Kwelkaden kunnen effectief zijn bij het beperken van zandmeevoerende wellen,
omdat ze bet totale verval over de dijk verkleinen. Ze zijn vroeger veel aangelegd rond kwelgebieden en wielen.
Wei zijn er enkele bezwaren te noemen:
-
kwelkaden zijn pas na enige tijd effectief, namelijk pas als bet waterpeil binnen de kade voldoende is gestegen;
-
inspectie van bet ge·inundeerde gebied binnen de kade is praktisch onmogelijk;
dit geldt zeker voor het treffen van noodmaatregelen daarbinnen;
-
de kade vergt extra ruimtebeslag;
-
behalve de dijk vergt ook de kwelkade onderboud;
-
door bet kleine profiel is de kade extra kwetsbaar voor beschadiging; kaden rand- om wielen !open extra gevaar, en we! van muskusratten;
-
bij een doorbraak van een kwelkade, en de daarbij optredende snelle daling van bet waterpeil in bet kwelgebied, kan een gevaarlijke situatie ontstaan voor de dijk, vanwege wateroverspanningen in de ondergrond.
Deze bezwaren rechtvaardigen enige terughoudendheid. In elk geval dienen aan een kwelkade dezelfde eisen gesteld te worden ten aanzien van het blijvend verzekeren van sterkte en stabiliteit als aan de hoofdwaterkering.
g. Terugschrijdende erosie vergt enige tijd. Vee! onheil is daarom te voorkomen door een goede inspectie tijdens hoogwater, en het tijdig treffen van noodmaatregelen bij ontdekte wellen in de nabijbeid van de dijk. Bereikbaarbeid is bierbij een belangrijk aspect.
Ter beperking van het verval kunnen wellen worden opgekist met zandzakken of
zandzakken
figuur 11.23
142
weltonnen. Het gevaar bestaat dan, vooral bij dunne deklagen, dat naast de we! nieu we wellen ontstaan. Een in alle gevallen zinvolle methode is het afdekken van de we! met zanddicht, goed waterdoorlatend filterdoek, met daarop als ballast een laag grind, eventueel nog afgedekt met zandzakken (figuur 11.23). In lit.18 wordt uitge breid ingegaan op te treffen noodvoorzieningen bij wellen.