Zoeken in deze site

Infiltratieproeven - Grondmechanische en geohydrologische aspecten

Infiltratieproeven

Infiltratieproeven dienen om de verticale doorlatendheid van de grond ter plekke te bepalen. Bij deze proeven wordt een ring met een diameter van meestal 0,15 m op het maaiveld geplaatst, met daaromheen - ter voorko- ming van randeffecten - een grotere ring met een diameter van 1,0 m. Beide ringen worden gevuld met water. Uit het toegevoerde debiet en de gemeten waterspanningen of stijghoogten in de grond onder de ringen kan de doorlatendheid worden afgeleid. Een nadeel is dat, ondanks de aanwezigheid van een tweede ring, een zeker randeffect door zijdelingse stroming niet valt uit te sluiten, zodat geen zuiver verticale doorlatendheid wordt gemeten.

Het voordeel van deze proeven boven doorlatendheidsproeven in het laboratorium is, dat een meer representatief monster wordt beproefd als gelet wordt op structuren in de grond zoals scheuren en wormgaten. Bovendien is het monster dan echt ongeroerd. De proef moet worden doorgezet tot een continu debiet naar beneden is bereikt. Dit kan enige tijd (uren) vergen.

Bron

Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies (P-DWW-2001-045)

Hoofdstuk
Grondmechanische en geohydrologische aspecten
Auteur
Asperen L. van, E.O.F. Calle, J.R. Deutekom, E. van Hijum, G.J.C.M Hoffmans, R.H.J. Kremer, B.A.N. Koehorst, M.T. van der Meer, J. Niemeijer, M.A. Van
Organisatie auteur
Fugro Ingenieursbureau B.V., Arcadis Heidemij Advies B.V., Grontmij, Ingenieursbureau Amsterdam en Infram.
Opdrachtgever
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Verschijningsdatum
Juni 2011
PDF

Inhoudsopgave

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.