Zoeken in deze site

IJsselmeerpeil - Ontwerpbelastingen

IJsselmeerpeil

Gevolgen zeespiegelrijzing voor het IJsselmeer

De zeespiegelrijzing en de toename van de afvoer op de IJssel betekent dat ook het IJssel- meerpeil wordt beïnvloed. Dit is onderzocht in de studie Waterhuishouding in het Natte Hart (RWS, 2000).

De zeespiegelrijzing zal de spuicapaciteit beperken. De komende decennia kan het IJssel- meerpeil worden gehandhaafd door de spuicapaciteit in de Afsluitdijk te verdubbelen ten opzichte van de huidige capaciteit. In het meest waarschijnlijke beleidsscenario (meegroeien met de zee) zal het meerpeil daarna meestijgen met de zeespiegel.

Voor de WB21 klimaatscenario’s zijn de waarden voor de stijging van het gemiddelde IJssel- meerpeil opgenomen in Tabel 9.10. De getallen zijn berekend met het instrumentarium BekkenWin. BekkenWin is een onderdeel van beslissing ondersteunend systeem WINBOS, dat is gebruikt bij de WIN studie.

Tabel 9.10 Stijging gemiddelde IJsselmeerpeilen (winter) in 2050 en 2100 bij de WB21 scenario’s

De nieuwe KNMI 2006 scenario’s zijn niet doorgerekend met het WINBOS- instrumen- tarium. Omdat al eerder is vastgesteld dat voor de zeespiegelstijging de waarden van het WB21 middenscenario gehandhaafd kunnen blijven, wordt aanbevolen ook bij het IJsselmeerpeil rekening te houden met de waarden van het middenscenario van WB21.

Meerpeilstatistiek

De statistiek van het IJsselmeerpeil kan worden beschreven met de werklijn en de momen- tane overschrijdingskans. In de werklijn zijn de meerpeilpieken uitgezet tegen de terugkeer- tijd. De werklijn is bij de ontwikkeling van Hydra-VIJ opnieuw afgeleid (Beijk, 2006).

In Hydra-VIJ worden meerpeilgolven geschematiseerd door trapezia (afgeknotte driehoe- ken), als afgebeeld in Figuur D.1 van Bijlage D. Afvoeren en meerpeilen zijn gecorreleerd: hoge afvoeren en meerpeilen gaan relatief vaak samen. Om deze correlatie te modelleren wordt in Hydra-VIJ een gezamelijke kansdichtheid f(k,s) gebruikt, gerelateerd aan het afvoer- en meerpeiltrapezium, waarbij k hier de piekwaarde van het afvoertrapezium voor- stelt en s de piekwaarde van het meerpeiltrapezium. De marginale f(k) en f(s), die ontstaan door respectievelijk s en k uit te integreren, moeten consistent zijn met de werklijnen voor de afvoer en het meerpeil. Ook dienen f(k) en f(s), in combinatie met de trapezia, de juiste momentane kansen voor de afvoer en het meerpeil op te leveren, zie daartoe de uitleg in Geerse (2006).

De gezamenlijke kansdichtheidsverdeling f(k,s) zal onder invloed van de toename van de afvoer en de meerpeilstijging moeten worden aangepast.

Stormduur IJsselmeer

De resultaten van de klimaatmodellen laten geen grote veranderingen in sterkte en fre- quentie van de stormen zien. Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat de stormduur zal veranderen onder invloed van klimaat verandering.

De stormduur in het IJsselmeer kan gehandhaafd blijven. De basisduur van de storm is 48 uur. De windsnelheid neemt hierin in 23 uur toe van 0 m/s tot de maximale wind (u), blijft dan 2 uur constant en neemt vervolgens in de overige 23 uur weer af tot 0 m/s.

Bron

Technisch Rapport: Ontwerpbelastingen voor het Rivierengebied (TROR)

Hoofdstuk
Ontwerpbelastingen
Auteur
Velzen E.H. van, D. Beyer, H. Berger, Greese C., H. Schelfhout
Organisatie auteur
Rijkswaterstaat – Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling
Opdrachtgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Expertise Netwerk Waterkeren
Verschijningsdatum
Juli 2007
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.