IJssel- en Vechtdelta
De IJsseldelta en de Vechtdelta vormen beide een overgang van een riviersituatie naar een meersituatie. De waterstanden van beide systemen zijn gecorreleerd (via het Ketelmeer); als de IJsseldelta hoge waterstanden kent geldt dat naar alle waarschijnlijkheid ook voor de Vechtdelta.
Figuur 2.2 IJssel- en Vechtdelta
IJsseldelta
De IJsseldelta is het benedenstroomse gedeelte van de IJssel dat de schakel vormt tussen het bovenrivierengebied en het IJsselmeer. In de IJsseldelta worden de extreme waterstan- den bepaald door een combinatie van een hoge afvoer op de IJssel en een storm op het IJsselmeer. De invloed van het IJsselmeer op de waterstanden neemt in stroomopwaartse richting af en is bovenstrooms van km 990 (De Zande) op de IJssel nauwelijks meer waar- neembaar.
Voor de waterstanden in de IJsseldelta spelen het IJsselmeerpeil, de windsnelheid, de wind- richting en de afvoer van de IJssel een belangrijke rol. Voor de berekening van de ontwerp- belastingen wordt de grens tussen IJsseldelta en de bovenrivieren gelegd bij de overgang van de 1/1250 dijkringen en de 1/2000 dijkringen. Dit zijn respectievelijk:
Benedenstrooms van genoemde grenzen worden de ontwerpbelastingen probabilistisch berekend volgens de methode beschreven in hoofdstuk 7 voor de IJssel- en Vechtdelta. De dijkringgebieden van de IJsseldelta hebben een veiligheidsnorm van 1/2000, het betreft hier de dijkringen Mastenbroek (10) en IJsseldelta (11).
De Vechtdelta
De Vechtdelta bestaat uit het benedenstroomse deel van de Overijsselse Vecht, het Zwarte Water en het Zwarte Meer. De bovenstroomse grens van de Vechtdelta ligt bij Ommen (kmr 36). De Vecht mondt uit in het Zwarte Water dat weer in directe verbinding staat met het Zwarte Meer. In het systeem komen twee keersluizen voor:
- De Ramspolkering, die ligt tussen het Ketelmeer en het Zwarte Meer, moet voorkomen dat hoge stormvloeden in het Ketelmeer doordringen in de Vechtdelta;
- De keersluis Zwolle, die de stad Zwolle en het Sallandse achterland beschermd tegen hoge waterstanden in het Zwarte Water.
De waterstand op de Overijsselse Vecht is voornamelijk afvoerbepaald. In benedenstroomse richting gaat de wind een steeds grotere rol spelen op de waterstand. Het Zwarte Water en het Zwarte Meer zijn windgedomineerde systemen. Bij een gesloten Ramspolkering wordt de invloed van de wind echter beperkt en speelt op het Zwarte Water en het Zwarte Meer de afvoer een belangrijke rol in de hoogwaterstanden. De dijkringgebieden die grenzen aan de Vechtdelta zijn de Noordoostpolder (7), Vollenhove (9), Mastenbroek (10) en Salland (53) met respectievelijke veiligheidsnormen 1/4000, 1/1250, 1/2000 en 1/1250. Om de ontwerpbelastingen te berekenen wordt de probabilistische methode gebruikt zoals beschreven in Bijlage D; daarin speelt de faalkans van de Ramspolkering ook een rol.