In het algemeen wordt voor drainageconstructies bij rivierdijken gebruik gemaakt van grof rivierzand, kif, grind en gebroken puin of steenslag. Tegenwoordig wordt ter vervanging van een laag filtermateriaal vaak een filterdoek van kunststofweefsel toegepast. Dit doek is in diverse soorten, sterkten en zanddichtheden te verkrijgen. Voor meer informatie over kunststoffilters wordt verwezen naar bijvoorbeeld (CUR, 1995).
Bij het ontwerp dient ook voldoende aandacht besteed te worden aan een goede afvoer van het water uit de drainageconstructie. Vaak zal dit langs of over het oppervlak van de drainageconstructie kunnen, bijvoorbeeld in een molgoot. Een andere mogelijkheid is afvoer door drainagebuizen die in de filterconstructie zijn aangebracht. Deze constructie blijkt echter kwetsbaar. Daarnaast is regelmatig onderhoud in de vorm van doorspoeling van het buizenstelsel nodig, om verstopping door aangroei en dichtslibbing te voorkomen. De controle op de goede werking van een filterconstructie vraagt de nodige voorzieningen. In een aantal gevallen is een controle mogelijk met behulp van peilbuizen in de dijk of de ondergrond. Afvoermeting van het kwelwater geeft een indicatie over de afvoercapaciteit van het filter.
Van de tot nu toe toegepaste drainageconstructies bestaat het grootste deel uit zogenaamde teen- of taluddrainages. Drainagesystemen voor het verlagen van de grondwaterpotentiaal in het zandpakket onder de dijk zijn tot op heden maar incidenteel toegepast.