Zoeken in deze site

Binnenwaterstand - Ontwerpbelastingen

Binnenwaterstand

Voor de geotechnische berekeningen zijn een lage, normale en hoge binnenwaterstand nodig (zie ook paragraaf 7.6). In overleg met betreffende waterschappen zal moeten wor- den vastgesteld wat een verantwoorde aanname is voor de lange termijn ontwikkeling van het polderpeil. Daarbij dient ook de structurele bodemdaling meegenomen te wor- den. Structurele bodemdaling treedt op bij het ontwateren van klei-veengebieden in laag Nederland. Bij het verlagen van de grondwaterstand worden klei- en veenlagen samenge- drukt (klink). Tevens leidt drooglegging van veen tot oxidatie van dat veen. Beide proces- sen leiden tot bodemdaling. Om vervolgens de vereiste drooglegging te realiseren zou het polderpeil naar beneden kunnen worden bijgesteld.

Bron

Technisch Rapport: Ontwerpbelastingen voor het Rivierengebied (TROR)

Hoofdstuk
Ontwerpbelastingen
Auteur
Velzen E.H. van, D. Beyer, H. Berger, Greese C., H. Schelfhout
Organisatie auteur
Rijkswaterstaat – Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling
Opdrachtgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Expertise Netwerk Waterkeren
Verschijningsdatum
Juli 2007
PDF

Inhoudsopgave

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.