Zoeken in deze site

Anisotropie - Grondmechanische en geohydrologische aspecten

Anisotropie

Het in § 4.3.5 beschreven grondgedrag gaat uit van de veronderstelling dat de sterkte van de grond zowel in de actieve, neutrale en passieve zone even groot is (zie ook Bijlage 2). Dat is niet geheel juist: in compressie (toename gemiddelde spanning) heeft grond een andere sterkte dan in extensie (afname van de gemiddelde spanning). Ook kan de schuifsterkte variëren met de richting van het schuifvlak. Dit materiaalgedrag staat bekend als anisotropie. In het buitenland levert het in rekening brengen van anisotropie voordelen op. Anno 2000 kan voor Nederlandse omstandigheden de grootte van deze winst nog niet precies gekwantificeerd worden.

Klei gedraagt zich anisotroop. In de praktijk kan dit anisotroop gedrag waarschijnlijk voorlopig buiten beschouwing worden gelaten, maar bij veen is dergelijk gedrag dominant (Ref. Construeren met grond, bijlage E4). De anisotropie van veen kan worden verklaard door de aanwezigheid van een vezelstructuur. Bij belasting wordt de anisotropie nog versterkt, omdat de vezels verder in de voorkeursrichting worden gedrukt.

De belangrijke vraag is in hoeverre deze verfijningen teniet worden gedaan door de ruimtelijke variabiliteit van het veen. Het anisotrope gedrag van veen brengt vermoedelijk met zich mee dat de sterkte c’ en ο’ richtingsafhankelijk is. Bij stabiliteitsberekeningen met de methode Bishop is bij ophogingen op veen in een aantal gevallen een onwaarschijnlijk lage evenwichtsfactor gevonden. Deze lage evenwichtsfactor wordt mogelijk veroorzaakt, doordat alleen gebruik wordt gemaakt van schuifsterkteparameters uit triaxiaalproeven, die vervolgens representatief worden gesteld voor de schuifsterkte langs het gehele schuifvlak, onafhankelijk van de lokale belas- tingsrichting. De schuifsterkteparameters uit triaxiaalproeven zijn mogelijk slechts representatief voor het actieve deel van het glijvlak. In de neutrale en mogelijk ook in de passieve zone van het glijvlak worden sterkten aangenomen, die gemeten kunnen worden met simple shear- of direct shear- proeven, respectievelijk triaxiale-extensieproeven.

Een van de internationaal bekende methode, die anisotropie in rekening brengt is de ADP methode (Active, Direct, Passive). Om met de anisotropie te kunnen rekenen worden actieve, horizontale en passieve bezwijkzones oonderscheiden.

De ADP-methode is een ongedraineerde stabiliteitsanalyse ter bepaling van de sterkte van grondconstructies. De methode wordt veel gebruikt in Scandinavië en in de engels sprekende landen. In deze landen komt het stabiliteitsprobleem met name bij ontgravingen voor en de methode blijkt voor deze situatie goed te voldoen. In Bijlage 2 wordt de ADP-methode uitgebreid beschreven.

Bron

Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies (P-DWW-2001-045)

Hoofdstuk
Grondmechanische en geohydrologische aspecten
Auteur
Asperen L. van, E.O.F. Calle, J.R. Deutekom, E. van Hijum, G.J.C.M Hoffmans, R.H.J. Kremer, B.A.N. Koehorst, M.T. van der Meer, J. Niemeijer, M.A. Van
Organisatie auteur
Fugro Ingenieursbureau B.V., Arcadis Heidemij Advies B.V., Grontmij, Ingenieursbureau Amsterdam en Infram.
Opdrachtgever
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Verschijningsdatum
Juni 2011
PDF

Inhoudsopgave

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.