Onderscheiden deelmechanismen in het beoordelingsspoor betrouwbaarheid sluiting - Kunstwerken
Zoals uit de voorgaande paragraaf kan worden afgeleid, worden binnen het toetsspoor betrouwbaarheid sluiting de volgende deelmechanismen onderscheiden, zie de foutenboom in Figuur 10.4:
Z23 Falen van het sluitproces van de (hoog)waterkerende keermiddelen, waardoor het kunstwerk niet gesloten is als een hoogwater zich voordoet.
Z24 Falen van het herstel van een falend sluitingsproces.
Z22 Bezwijken van de binnendijks aanwezige bodembescherming als gevolg van het instromende water door het niet-gesloten kunstwerk.
Z12 Kans dat het kunstwerk als geheel bezwijkt (onderuit gaat) gegeven het feit dat bezwijken van de bodembescherming heeft plaatsgevonden. Heeft betrekking op het eroderen van de onbeschermde bodem, het ontstaan van ontgrondingskuilen en hiermee op de reststerkte van het kunstwerk (na bezwijken van de bodem).
Z21 Falen van het kunstwerk als gevolg van het overschrijden van het waterbergend vermogen in het achterland, doordat er door het niet-gesloten kunstwerk teveel water het achterland instroomt gedurende een hoogwatergolf. Deze deelmechanismen worden meegenomen in de toetsing (zie paragraaf 10.2.6).