Erosie van de grasbekleding op het buitentalud treedt op als gevolg van twee belastingtypes: de golfklapbelasting en de golfoploop belasting. Ook stroming langs de dijk kan tot enige erosie leiden, maar hieraan wordt in deze rapportage geen aandacht besteed.
De grondlaag tot ca. 20 cm onder maaiveld levert de belangrijkste sterkte tegen erosie. Deze laag bevat in elk geval de graszode, maar ook nog een stukje kleilaag onder de zode waar nog veel wortels in zitten en waar wortels nog een grote positieve bijdrage leveren aan de erosiebestendigheid van de grond. De kleilaag onder deze toplaag levert ook nog een bijdrage aan de erosie-sterkte, maar wordt voor dit mechanisme niet gerekend tot de grasbekleding.
Een golfklapbelasting treedt op iets onder de waterlijn. In de toetsing wordt ervan uitgegaan dat golfklappen optreden in de zone tussen het waterpeil en een halve significante golfhoogte onder dit peil.
Met het variëren verloop van het waterpeil gedurende een hoogwatergolf of stormopzet varieert dus ook de plek waar de golfklappen optreden. Golfoploop treedt op in de zone boven het waterpeil, tot de hoogte die door de oplopende golftong wordt bereikt. Ook deze zone varieert dus met de waterstand en de golfcondities.