Inleiding - Stabiliteit bekleding steenzetting

Een steenzetting zoals die op waterkeringen wordt toegepast bestaat gewoonlijk uit een aantal lagen die de ondergrond op een afdoende wijze dienen te beschermen tegen erosie. Bij de meest gebruikelijke steenzettingen zijn die lagen de volgende, zie Figuur 8.1:

• een toplaag van gezette stenen. Die stenen kunnen strak tegen elkaar aanliggen (vierkante betonblokken), maar ook bestaan uit zuil vormige elementen waarbij de openingen tussen de zuilen ingewassen zijn met granulair materiaal.
• een granulaire laag, veelal is dit slechts een uitvullaag om oneffenheden in de ondergrond te vereffenen, maar het kan ook deel uitmaken van het filter bedoeld om uitspoelen van eronder gelegen lagen te voorkomen.
• een geotextiel ook wel aangeduid als filterdoek.
• een onderlaag, veelal bestaande uit klei, maar ook breed gegradeerde granulaire materialen zijn wel gebruikt (bijvoorbeeld mijnsteen).

Er zijn zes initiële bezwijkmechanismen die leiden tot het bezwijken van de toplaag van een steenzetting (zie Figuur 8.2):

1. Toplaaginstabiliteit onder golfaanval (ZTG) (een zetsteen wordt uit de steenzetting gelicht als gevolg van brekende golven op het talud).
2. Toplaaginstabiliteit onder langsstroming (ZTS) (een zetsteen wordt uit de steenzetting gelicht als gevolg van sterke stroming langs de dijk).
3. Afschuiving (ZAF) (als gevolg van brekende golven op het talud ontstaat er een vervorming van de ondergrond waardoor er een S-profiel ontstaat en het verband in de steenzetting verloren gaat).
4. Materiaaltransport vanuit de ondergrond (ZMO) (de waterbeweging in het filter is zodanig dat het onderliggende zand of klei gaat eroderen en uitspoelt, waardoor de toplaag verzakt en zijn samenhang verliest).
5. Materiaaltransport vanuit de granulaire laag (ZMG) (de korrels van het filter spoelen uit door de gaten in de toplaag, waardoor de toplaag verzakt en zijn samenhang verliest).
6. Bezwijken van de overgangs-, teen- of aansluitingsconstructie (ZOB) (de overgang is in slechte staat waardoor de ondergrond of het filter kan uitspoelen). Het bezwijken van de overgangs-, teen- of aansluitingsconstructie (ZOB) wordt niet in het WTI getoetst en wordt daarom hier niet behandeld.