Het gat in de toplaag kan door een vijftal initiële mechanismen ontstaan. Elk van die mechanismen heeft zijn eigen modellering, waarvan de benodigde formules zijn opgenomen in de WTI-toetssoftware.
Het initiële mechanisme Lokale afschuiving door golfaanval (ZAF) wordt beoordeeld met een empirische relatie die grote overeenkomsten vertoont met een vergelijking die volgt uit een evenwichtsrelatie van het totale bekledingspakket.
De belasting ( Hs ) gedeeld door de sommatie van bekledingsdikte maal de relatieve dichtheid wordt vergeleken met een factor maal de cosinus uit de taludhelling.
Voor het initiële mechanisme Materiaaltransport vanuit de granulaire laag (ZMG) wordt bij een open toplaag in essentie de geometrische dichtheid van de toplaag voor het filtermateriaal beoordeeld. De karakteristieke korreldiameter van de granulaire laag dient groter te zijn dan het maximum van spleetbreedte en eventuele gaten in de toplaag. Wordt niet voldaan aan die geometrische eis, dan wordt nog een erosiediepte in de gaten berekend om te beoordelen of er sprake is van een voldoende dynamisch evenwicht.
Voor het initiële mechanisme Materiaaltransport vanuit de ondergrond (ZMO) zijn diverse modellen beschikbaar die worden gebruikt afhankelijk voor de verschillende situaties: dunne/dikke filterlaag; wel/niet een geotextiel; ondergrond zand of klei. Voor diverse situaties wordt de met de leklengte-theorie berekende verhangen in de filterlaag vergeleken met het kritische verhang. Het kritische verhang is steeds afhankelijk van de korreldiameter van de ondergrond.
Voor het initiële mechanisme Toplaaginstabiliteit onder langsstroming (ZTS) wordt geen gedetailleerde toets uitgevoerd. Als dit mechanisme mogelijk relevant is, moet een Toets op maat worden uitgevoerd.
Voor het initiële mechanisme Toplaaginstabiliteit onder golfaanval (ZTG) wordt voor de meest voorkomende bekledingen gebruik gemaakt van een model dat voor de belasting gebaseerd is op de leklengte-theorie. De waterdrukken op het talud ten gevolge van golfbelastingen op het talud worden met de leklengte-theorie omgerekend naar verschildrukken over de toplaag. Als het om een niet-geklemde zetting gaat bestaat de sterkte in hoofdzaak uit het gewicht van de zettingselementen (los blok) Is er wel sprake van klemming in de toplaag, dan wordt het gewicht vermeerderd met de boogwerking in de toplaag. De evenwichtsvergelijking loodrecht op het talud bepaalt of de sterkte afdoende is om de belasting te dragen.