Falen waterkering door gebrek aan sterkte van het kunstwerk - Kunstwerken
In deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van de faalmechanismen behorende bij het toetsspoor sterkte en stabiliteit. Dit toetsspoor is opgesplitst in een tweetal andere toetssporen te weten sterkte waterkerende constructieonderdelen en stabiliteit constructie en grondlichaam. De bijbehorende faalmechanismen zijn bezwijken constructieonderdelen (STCO) en instabiliteit constructie en grondlichaam (STCG), zie Figuur 10.11. Onder STCO valt naast bezwijken als gevolg van een hoogwatersituatie ook het bezwijken als gevolg van een aanvaring. Bij dit laatste gaat het specifiek over het aanvaren van constructieonderdelen van schut- en keersluizen, waarbij vooral onder dagelijkse omstandigheden sprake kan zijn van een aanvaring met als gevolg een overstroming. In de praktijk zullen vooral schutsluizen voor een toets op aanvaren in aanmerking komen, aangezien de scheepvaart gestremd zal zijn door hoogwater op het moment dat keersluizen zijn gesloten.
Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de toetsing van de constructieve veiligheid van kunstwerken in het kader van hoogwaterveiligheid, welke gebaseerd is op:
Bouwbesluit (en voorgangers) met daarin aangeroepen bouwrichtlijnen.
Waterwet (en voorgangers). Leidraad Kunstwerken 2003 [2].
Richtlijnen Ontwerpen Kunstwerken [3].
De faalmechanismen bezwijken constructieonderdelen en instabiliteit constructie en grondlichaam zijn zowel bij puntconstructies als bij langsconstructies van belang. Bij puntconstructies kan gedacht worden aan sluizen, gemalen, coupures etc. Vaste wanden op dijken, demontabele keringen en stabiliteitsschermen zijn voorbeelden van langsconstructies. Deze paragraaf gaat alleen in op de puntconstructies.