Zoeken in deze site

Falen door combinaties van mechanismen - Microstabiliteit

Na het optreden van een afschuiving als gevolg van micro-instabiliteit ontstaat een nieuwe evenwichtssituatie. De kans dat bij deze nieuwe evenwichtssituatie een kruinverlaging optreedt, is klein. Een kruinverlaging van een dijk door micro-instabiliteit is althans nooit waargenomen. Het proces van initiële instabiliteit tot een restprofiel waarbij de kruinhoogte is aangetast kan behoorlijk langdurig zijn. Wel is het binnentalud aangetast. Dit betekent dat de kans van optreden van andere mechanismen kan worden beïnvloedt.

Als door micro-instabiliteit de geometrie van de dijk verandert, kan dit effect hebben op de binnenwaartse macrostabiliteit.

Het optreden van micro-instabiliteit heeft geen nadelige invloed op piping. En er bestaat geen relatie tussen micro-instabiliteit en zettingsvloeiing.

Anderzijds kunnen ook andere mechanismen de kans op micro-instabiliteit beïnvloeden. Indien het buitentalud is beschadigd door erosie of afschuivingen, dan kan water gemakkelijker de dijk instromen en micro-instabiliteit veroorzaken.

De combinatie van golfoploop en -overslag enerzijds en micro-instabiliteit anderzijds is, zoals uitgelegd in paragraaf 5.1, een wat lastige, omdat daarbij vergelijkbare processen onder verschillende mechanismen worden gerangschikt.

Omdat het zanddijken zijn die beschadigd worden door micro-instabiliteit, en zand zeer gemakkelijk wordt meegevoerd door overslaand water zal de combinatie van microinstabiliteit en golfoverslag zeer snel tot falen van de dijk kunnen leiden.

In principe beïnvloedt golfoploop en -overslag het mechanisme micro-instabiliteit negatief. Als gevolg van golfoploop en -overslag zal water door het buitentalud, de kruin en het binnentalud naar de ondergrond infiltreren, zodat het freatisch vlak in de dijk sneller zal stijgen. Bij geringe overslag wordt dit aspect gecontroleerd bij het spoor microstabiliteit, bij grotere overslaghoeveelheden ligt de beoordeling bij het spoor afschuiven (gras)bekleding op het binnentalud, zie paragraaf 7.5.

Het optreden van micro-instabiliteit heeft geen nadelige invloed op piping. En er bestaat geen relatie tussen micro-instabiliteit en zettingsvloeiing.

Bron

Fenomenologische beschrijving (1220078-000-GEO-0010)

Hoofdstuk
Microstabiliteit
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.