Beknopte modelbeschrijving van de te toetsen deelmechanismen - Microstabiliteit
De Gedetailleerde toets op microstabiliteit betreft feitelijk de beoordeling van een tweetal stadia. Beide stadia zijn in Figuur 5.3 aangegeven:
Eerste verlies microstabiliteit bij de binnenteen van de dijk.
Aantasting bereikt buitenkruinlijn.
Maar voordat die beoordeling plaatsvindt wordt eerst vastgesteld of micro-instabiliteit in de gegeven situatie wel het eerste mechanisme is dat op zal treden. Als het overslagdebiet een grenswaarde overschrijdt, zal immers de infiltratie zodanig groot zijn dat afschuiving van het binnentalud eerder optreedt.
De feitelijke beoordeling van de microstabiliteit begint met de beoordeling of verlies van microstabiliteit kan optreden. De rekenregels die daarvoor worden gebruikt zijn gebaseerd op evenwichtsbeschouwingen van het binnentalud. Als er sprake is van een kleidek op het binnentalud, dan gaat het om het evenwicht van deze kleilaag. Als het binnentalud niet is bekleed, maar uit zand bestaat, dan gaat het om het evenwicht van de zandkorrels op het binnentalud.
Als micro-instabiliteit blijkt op te kunnen treden, dan wordt met een geometrische beschouwing, zie Figuur 5.4, nagegaan of het proces van micro-instabiliteit kan leiden tot een zodanige aantasting van binnentalud en kruin dat kruinverlaging optreedt. Volgens de modellering voor de Gedetailleerde toets treedt falen op (de faaldefinitie) als micro-instabiliteit optreedt èn uit de geometrische toets blijkt dat de aantasting als gevolg van micro-instabiliteit de buitenkruinlijn kan bereiken.
Bij de toetsing van het spoor microstabiliteit volgens toetslaag 2, vindt geen beoordeling van de reststerkte na kruinverlaging plaats. Ook blijft buiten beschouwing of de aantasting door micro-stabiliteit zich binnen de belastingduur tot aan de buitenkruinlijn kan ontwikkelen.