De verwekingsgevoeligheid als functie van relatieve dichtheid en gemiddelde spanning (voorafgaand aan eventuele verweking) verschilt van zandsoort tot zandsoort. Met een serie triaxiaalproeven op de locale zandsoort(en) kan de beste functie worden afgeleid.
Uit ongedraineerde triaxiaalproeven wordt de natte kritieke dichtheid als functie van de gemiddelde consolidatiespanning bepaald en parameters over de ligging van het metastabiliteitspunt (ster in Figuur 2.3), het punt van de maximale wateroverspanning (O in Figuur 2.3) en de critical state (eindpunt krommes in Figuur 2.3).
Uit droge of gedraineerde proeven worden parameters bepaald over de ligging van het punt van maximale contractie (O in Figuur 2.1), de φ-waarde (punt met maximale q in Figuur 2.1) de critical state (eindpunt krommes in Figuur 2.1). Verder worden ook parameters voor de stijfheid in ontlasting gebruikt.
SLIQ2D maakt gebruik van droge of gedraineerde proeven. Bij de modified state parameter methode wordt meestal gebruik gemaakt van ongedraineerde proeven. [Olson en Stark 2003] presenteren grafieken waarmee de schuifsterkten die horen bij het metastabiliteitspunt en het punt van maximale wateroverspanning worden gegeven als functie van sondeerwaarde en verticale korrelspanning.