Vaststellen van samendrukkingseigenschappen uit correlaties met classificatieparameters
Voor zover correlaties zijn onderzocht tussen classificatieparameters en sterkte-eigenschappen zijn deze opgenomen in [CUR 1992]. Uit tabel 3.1 valt af te lezen dat aanbevolen wordt de volgende classificatieparameters te bepalen:
- volumegewicht in natuurlijke toestand (ynal)
- watergehalte (w)
- asgehalte (a) e
- ventueel soortelijke massa
Voor de bepaling van de hiervoor genoemde classificatieparameters wordt aanbevolen een monster met een volume van circa 100 a 150 cm3 (hoogte van 3 a 5 cm bij een diameter van 66 mm) te gebruiken. De volgorde van de bepalingen is als volgt:
- Bepaal het volumegewicht in natuurlijke toestand (ynal) conform paragraaf 3.5.6
- Bepaal het watergehalte (w) conform paragraaf 3.5.4
- Maal het gedroogde monster fijn en houdt eventueel circa 10 gram apart voor de bepaling van de soortelijke massa (G)
- Bepaal van het resterende deel van het monster het asgehalte (a) conform paragraaf 3.5.5
- Bepaal eventueel de soortelijke massa (G) conform paragraaf 3.5.7 op circa 10 gram van het gedroogde monstermateriaal.
De samendrukkingseigenschappen kunnen nu gescat worden aan de hand van de correlaties met de classificatieparameters zoals die zijn weergegeven in [CUR 1992].