Methode Fokkens
Fokkens heeft een theoretisch verband afgeleid tussen de logaritmische samendrukkingswet en de rijpingswet [Fokkens 1970]. Dit verband is weergegeven in vergelijking (5.1). Fokkens stelde dat dit verband geldig is voor effectieve normaalspanningen tussen circa 30 en 100 kN/m2.
Vervolgens heeft den Haan getracht dit verband te kwantificeren voor veen [den Haan 1989b] voor effectieve normaalspanningen tot 2.000 kN/m2. Uit vergelijkend onderzoek bleek echter dat de theorie volgens Fokkens niet te fitten is op de proefresultaten.
In plaats van de door Fokkens voorgestelde relatie heeft den Haan een machtsrelatie opgesteld voor het verband tussen de verhouding watergehalte/gloeiverlies (w/N) en de maximale effectieve normaalspanning (pm) en deze gefit op de proefresultaten [den Haan, El Amir 1993).
Gekozen is voor het gebruik van het gloeiverlies (N), aangezien dit een parameter is die rechtstreeks bepaald kan worden, terwijl het organisch stofgehalte (H) een afgeleide parameter is van het gloeiverlies (N).
De door den Haan gevonden relatie tussen de verhouding watergehalte/gloeiverlies (w/N) en de maximale effectieve normaalspanning (pm) is weergegeven in de vergelijkingen (5.2) en (5.3): vergelijking (5.2) geeft het watergehalte bij een gegeven belasting (pm) na 24 uur (w24hr) en vergelijking (5.3) geeft het watergehalte bij dezelfde belasting (Pm) na 104 dagen (w10 ^4 dg).
De door den Haan gevonden relatie is getoetst in het kader van het onderzoek ter ondersteuning van het opstellen van dit technisch rapport [Blommaart 1994b]; de proefresultaten ondersteunen de machtsrelatie volgens vergelijkingen (5.2) en (5.3).
De samendrukking van de veenlaag wordt dan gegeven door vergelijking (5.4), waarbij wordt verondersteld dat het materiaal bij aanvang (nagenoeg) volledig is verzadigd.
De belasting Pm stelt steeds de maximale belasting van het korrelskelet voor. Bij ontlasting is de in deze paragraaf gegeven methode ter bepaling van zettingen niet van toepassing.