Zoeken in deze site

Geometrie en waterstanden - Algemene aandachtspunten bij de toetsing en het ontwerp op piping en heave

Geometrie en waterstanden

De volgende gegevens betreffende de geometrie en waterstanden die nodig zijn bij de toetsing op piping of het ontwerpen van maatregelen:

  • geometrie van de dijk;

  • geometrie binnendijks, ter bepaling van het uittreepunt;

  • toetspeil of ontwerpwaterstand (MHW);

  • binnendijkse waterstand.

Uittreepunt

Het maatgevende uittreepunt ligt in het algemeen bij de binnenteen, indien het binnendijkse maaiveld horizontaal is. Bij een aflopend of onregelmatig maaiveld kan het uittreepunt verder van de dijk liggen, ter plaatse van een lokale laagte, zoals een sloot of kolk. Het is niet altijd meteen duidelijk waar het uittreepunt zich bevindt en bovendien hangt dit ook nog af van de locatie waar opbarsten plaatsvindt. Bij twijfel dient voor meerdere uittredepunten de toets uitgevoerd te worden.

Waterstand binnendijks

De binnendijkse waterstand is gelijk aan het maaiveldniveau ter plaatse van het uittreepunt indien geen open water voorkomt. Indien wel open water voorkomt, is de binnendijkse waterstand gelijk aan de waterstand tijdens hoogwater in de binnendijkse waterpartij. Deze waterstand kan afhankelijk zijn van het maalbeheer. Indien de binnendijkse waterstand tijdens hoogwater niet bekend is, of niet gecontroleerd wordt, kan de gemiddelde waterstand worden genomen omdat de waterstand tijdens een hoogwater vrijwel altijd hoger zal zijn.

Bron

Onderzoeksrapport zandmeevoerende wellen (1202123-003-GEO-0002)

Hoofdstuk
Algemene aandachtspunten bij de toetsing en het ontwerp op piping en heave
Auteur
Ulrich Förster, Geeralt van den Ham, Ed Calle, Gerard Kruse
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Waterdienst
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.