Zoeken in deze site

Evaluatie waarnemingen - Rekenvoorbeelden

Evaluatie waarnemingen

Waarnemingen:

  • De hoogst gekeerde waterstand bedraagt NAP +3,3 m (verval ca. 3,4 m). Bij dit verval is ter plaatse van het filter achter de gesloten keersluis (aan uitstroomzijde) enige kwel geconstateerd, in de buurt van de aansluiting op de betonvloer. Vermoedelijk is met deze kwel ook zand meegevoerd. Bij peilingen is geen verzakking van het filter gemeten.

  • Bij inspectie van de keersluis is geconstateerd dat bij de aansluiting van de binnenfrontmuren op de sluiswand scheurvorming is opgetreden. Bij de buitenfrontmuren wordt dit niet geconstateerd. De constructie van de sluis zelf - voor zover zichtbaar - vertoont geen gebreken. De stalen schermen vertonen op de wind en waterlijn enige corrosie; er is echter nog geen sprake van ‘gaten'.

    Onderzocht wordt of mogelijke gebreken aan de keersluis een belangrijke invloed kunnen hebben op de veiligheid met betrekking tot piping, en of op basis van de waarnemingen hier een oordeel over kan worden gevormd.

    In Tabel 12.10 zijn de meest voor de hand liggende gebreken gegeven. Voor elk ‘gebrek’ is vervolgens het effect gekwantificeerd, door het vaststellen van:

  • de kwelwegafname ten opzichte van de gevonden actuele kwelweglengte van 27,0 m (basisgeval m0, zoals berekend in paragraaf 12.3.4 voor kwelweg 2+3);

  • het kritieke verval, behorende bij de gereduceerde kwelweg;

  • de meest waarschijnlijke plaats waar vervolgens een zandmeevoerende wel kan optreden.

    In de tabel is vervolgens nagegaan, welke gebreken het meeste van belang kunnen zijn. Dit zijn gebreken die:

  • een significant effect op de veiligheid (d.w.z. het kritieke verval) hebben, en

op grond van de ervaring en inspectieresultaten niet kunnen worden uitgesloten.

Tabel 12.10 Effect van mogelijke gebreken (kwelwegafname t.o.v. kwelweg 2+3 met L = 26,0 m; kritiek verval volgens Lane bij cw;creep = 7)

Aan de hand van de analyse in Tabel 12.10 kunnen de mogelijke gebreken m2, m4 t/m m6 en m8 t/m m10 uitgesloten worden op basis van het ‘overleven’ van het opgetreden verval over de waterkering van 3,4 m (bewezen sterkte!). De mogelijke gebreken m1, m3 en m7 kunnen niet op voorhand worden uitgesloten. De keersluis kan daarom nog niet als voldoende veilig m.b.t. piping of heave worden beoordeeld. Deze mogelijke gebreken vereisen daarom nader onderzoek.

In paragraaf 12.3.8 wordt nader ingegaan op onderzoek om de mogelijke gebreken uit te sluiten (of de aanwezigheid ervan vast te stellen en te repareren). In de volgende paragraaf, 12.3.7, willen we aan de hand van de schematiseringsanalyse, zoals beschreven in het TRGS [TRGS (Calle & Van der Meer), 2013], indicatief nagaan welke eisen aan zulk onderzoek gesteld zouden moeten worden, in termen van betrouwbaarheid van uitsluiten van die mogelijke gebreken.

Bron

Onderzoeksrapport zandmeevoerende wellen (1202123-003-GEO-0002)

Hoofdstuk
Rekenvoorbeelden
Auteur
Ulrich Förster, Geeralt van den Ham, Ed Calle, Gerard Kruse
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Waterdienst
PDF

Inhoudsopgave

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.