Het toetsproces start met het indelen van de bekleding in een aantal zones (Figuur 7-3). Dit omdat voor elke zone andere faalmechanismen en dus toetssporen die van toepassing zijn. Zo wordt het ondertalud onder maatgevende omstandigheden belast door golfklappen waar op het boventalud alleen golfoploop plaatsvindt.
Het minst belaste deel is in dit voorbeeld het deel tussen het toetspeil + opwaaiing + ½ z2% en toetspeil + opwaaiing + z2%. Dit deel wordt de hoge golfoploopzone genoemd. Hier wordt alleen een beoordeling ernstige schade uitgevoerd. Op het overige deel van de bekleding wordt een toetsing op materiaaltransport uitgevoerd. De beoordeling ernstige schade en toetsing op materiaaltransport is gebaseerd op een visuele inspectie van de bekleding.
In het VTV wordt de golfklapzone vanaf het gemiddeld laagwater tot het toetspeil + opwaaiing + ¼ Hs gerekend.
De zone waar de toetsing op wateroverdrukken wordt uitgevoerd, is van de maatgevende
grondwaterstand tot de onderzijde van de bekleding.
Het toetspeil dat kan worden gebruikt, is omschreven in de vigerende Hydraulische randvoorwaarden voor primaire waterkeringen. In deze referentie is ook de significante golfhoogte (Hs) te vinden. De golfoploop z2% kan eenvoudig worden bepaald met de software PC—overslag behorende bij het Technisch Rapport golfoploop en golfoverslag [50].
Figuur 7-3: Zone-indeling toetsing (VTV2006) [71]
In het voorbeeld van de twee dijkvakken zijn de volgende hydraulische randvoorwaarden gegeven.
Tabel 7-1: Voorbeeld hydraulische randvoorwaarden
Toetspeil
|
4,5
|
m + NAP
|
Hs
|
1,6
|
m
|
Z2% (tan (=1/4)
|
3,2
|
m
|
Opwaaiing
|
0,2
|
m
|
GWS
|
0,03
|
m + NAP
|
GLW
|
-0,9
|
m + NAP
|
Toetspeil
|
4,5
|
m + NAP
|
Hs
|
1,6
|
m
|
Z2% (tan (=1/4)
|
3,2
|
m
|
Opwaaiing
|
0,2
|
m
|
GWS
|
0,03
|
m + NAP
|
GLW
|
-0,9
|
m + NAP
|
De zone-indeling is vervolgens berekend zoals weergegeven in Tabel 7-2.
Tabel 7-2: Voorbeeld zone-indeling
|
Van [m + NAP]
|
Tot [m + NAP]
|
Onbelaste zone
|
8,2
|
bovenzijde bekleding
|
Hoge golfoploopzone
|
6,6
|
8,2
|
Lage golfoploopzone
|
5,4
|
6,6
|
Golfklapzone
|
-0,9
|
5,4
|
Wateroverdrukzone
|
onderzijde bekleding
|
2,45*
|
* bepaald met: GWS + ½ · (Toetspeil – GWS)
Nu de zone-indeling bekend is, kan worden gestart met het uitvoeren van een gedetailleerde visuele inspectie.