De mate van vulling van de holle ruimte in het korrelskelet heeft een grote invloed op de eigenschappen van het mengsel. Naarmate de holle ruimte meer wordt gevuld zullen de eigenschappen van het asfalt meer gaan afhangen van de eigenschappen van de vulling en zal de invloed van het korrelskelet afnemen.
In de mate van vulling worden 3 niveaus onderscheiden (Figuur 11-1):
-
Ondervuld: De holle ruimte in het skelet is maar gedeeltelijk gevuld. Voorbeelden zijn zandasfalt, waarin het zandskelet beperkt is gevuld met bitumen, en open steenasfalt, waarin het steenskelet beperkt is gevuld met asfaltmastiek.
-
Gevuld: De holle ruimte in het skelet is bij benadering gevuld. Een voorbeeld is waterbouwasfaltbeton, waarin het skelet van steenslag en zand net gevuld is met bitumen en vulstof.
-
Overvuld: De holle ruimte is meer dan gevuld, zodat het korrelskelet wordt verbroken. Een voorbeeld is gietasfalt, waarin het skelet van grind is overvuld met asfaltmastiek.
De kwaliteit van de vulling hangt sterk af van de componenten die tot die vulling worden gerekend.
Figuur 11-1: Vulling van het korrelskelet met bitumen (of asfaltmastiek)