Zoeken in deze site

Verwerking open steenasfalt - Uitvoering

Open steenasfalt is een materiaal dat bijzondere aandacht vraagt bij verwerking. Door de aard van het mengsel is het gevoelig voor ontmenging en de open structuur maakt het gevoelig voor afkoelen. In het vooronderzoek moet daarom met zorg een optimaal mengsel worden ontworpen dat bij het geschiktheidsonderzoek op zijn praktische bruikbaarheid wordt getoetst.

Open steenasfalt kan bij hogere temperaturen ontmengen als de mastiek (door een lage viscositeit) uitzakt. Daarom moet de transportafstand vanaf de asfaltinstallatie bij voorkeur zo klein mogelijk zijn en moet het asfalt direct worden verwerkt. Er kan gebruik worden gemaakt van tussenopslag in een inrijbak.

Als het steenasfalt bij het lossen in de inrijbak ontmengd blijkt te zijn, is homogeniseren eigenlijk niet meer goed mogelijk en moet het materiaal worden afgekeurd. Het is dus van belang om hier voldoende aandacht aan te schenken.

Het asfalt wordt in één laag aangebracht met een hydraulische kraan, in profile en vlak afgewerkt en bij voorkeur licht afgerold of aangedrukt met de vlakke zijde van de bak van de hydraulische kraan, om losliggend materiaal te voorkomen. Alle verdere bewerkingen daarna moeten worden vermeden, zoals het mengsel naverdichten of het profiel bijwerken. In het afkoelende en stijver wordende open steenasfalt zullen anders losse delen ontstaan die niet meer hechten.

Open steenasfalt wordt in situ verwerkt met een laagdikte van ten minste viermaal de grootste nominale korrelafmeting (bij een steengradering van 11/16 dus: 0,07 meter). De maximale taludhelling bedraagt 1:1,5. Onder het mengsel wordt altijd een zanddicht filter (zandasfalt of een geotextiel) toegepast. Het filter mag niet beschadigd raken bij verwerking van het mengsel. Bij toepassing van een geotextiel moet de ondergrond vlak zijn afgewerkt en vrij zijn van scherpe voorwerpen.

636149756938469092Image_179_jpg

Figuur 8-21: Aanbrengen van open steenasfalt in situ - Eemmeer – 1993

636149757020968951Image_180_png

Figuur 8-22: Links: aanbrengen van een daglas van open steenasfalt op een filter van zandasfalt (foto Bitumarin); rechts: daglas in OSA na meer dan 20 jaar (foto Hydraphalt)

Naden in open steenasfalt worden uitgevoerd als rechte las. Hiervoor wordt bij beëindiging van een dagproductie (of bij langdurige stagnatie) een balk of schot geplaatst (zie Figuur

8-22). Ook kan de productie worden beëindigd door het materiaal schuin af te werken. Met een folie kan de rand van de las worden schoongehouden tegen inzanden. Bij vervolg van het werk wordt de rand zo nodig schoongemaakt en opgewarmd of met kleefmiddel gehecht aan het nieuwe asfalt. Bij hervatten van de productie wordt de punt van de schuine beëindiging afgehakt en wordt de las gekleefd of verwarmd (soms wordt open steenasfalt met overhoogte aangebracht om meer warmte aan de las over te dragen, waarna het wordt geëgaliseerd).

Het zanddichte filter moet onder een las doorlopen en mag niet worden beschadigd. Geotextielen moeten met overlap gelegd worden. Het onderliggende filter moet met voldoende lengte voorblijven op de asfaltverwerking. Als een geotextiel wordt gebruikt, moeten de afzonderlijke filterdoeken elkaar ten minste 0,5 meter overlappen.

Open steenasfalt kan niet onder water worden verwerkt, omdat het mengsel dan door de open structuur direct afkoelt en de samenhang verloren gaat. Open steenasfalt kan wel als geprefabriceerde mat onder water worden aangebracht.

Een open steenasfaltmat wordt meestal in één laag (en bij voorkeur zonder onderbreking) in een bekisting met een vlakke bodem gemaakt. Eerst worden kabels of banden over de bodem gelegd, waarover een zanddicht geotextiel wordt aangebracht. Over het strakgetrokken geotextiel wordt de open steenasfalt gespreid met een hydraulische kraan. Meestal wordt een wapening ingebracht om trekspanningen bij het opnemen, vervoer en afzinken op te vangen. Wordt een lage wapening met grote mazen toegepast, dan wordt het asfalt in één laag aangebracht. In de andere gevallen verdient het aanbrengen in twee lagen de voorkeur.

Een mat kan worden verplaatst door het met kabels of banden op te hangen aan een hijsframe (Figuur 8-23).

636149757108625047Image_181_jpg

Figuur 8-23: Plaatsen van een mat van open steenasfalt met behulp van een hijsframe - Kanaal van Steenenhoek - 1982 (foto Bitumarin)

Grote matten worden aan een stijf hijsframe (Figuur 8-24) gehangen of vanaf een (drijvende) rol in één lange strook afgezonken. Grote matten worden alleen in uitzonderlijke situaties toegepast. Bij het plaatsen van de mat, onder of boven water, moet de mat zorgvuldig en goed aanliggend worden neergelegd. Een slecht op de ondergrond aansluitende mat zal bij stroombelasting gaan klapperen (tij, schroefstralen), waardoor ontgronding kan plaatsvinden en de mat kan scheuren. De ondergrond onder een mat moet daarom vlak zijn.

Matten kunnen op een taludhelling van 1:1 worden aangelegd als de ondergrond (grondmechanisch) stabiel is en de matten worden verankerd. Dit verankeren kan door het filterdoek over voldoende lengte in te graven of door het doek op te rollen en met palen (piketten, pennen) in de grond te bevestigen.

636149757188624915Image_182_png

Figuur 8-24: Plaatsen van een grote mat van open steenasfalt met een hijsframe – Vulcaanhaven (foto Hydraphalt)

636149757277218513Image_183_jpg

Bij de naden tussen de matten moet het geotextiel met overlap worden gelegd (circa 0,5 meter overlap). Voegen tussen onder water gelegde matten worden afgegoten met asfaltmastiek. Bij grote matten die in de golfzone als kraagstuk worden toegepast, wordt breuksteen in de voeg aangebracht en vervolgens gepenetreerd.

Figuur 8-25: Gesloten stortkoker voor aangieten van naden onder water – Vulcaanhaven (foto Hydraphalt)

Bron

Handreiking Dijkbekledingen Deel 3: Asfaltbekledingen (HDD3)

Hoofdstuk
Uitvoering
Auteur
Cirkel J., C. van Dam, E. van den Akker, J.W. Nell
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat WVL en Projectbureau Zeeweringen
Verschijningsdatum
2015
PDF

Inhoudsopgave

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.