Zoeken in deze site

Vaststellen vakindeling - Ontwerp Voorbeeld: ontwerp nieuwe bekleding

In Tabel 6-1 zijn de (toets-)golfrandvoorwaarden en de ontwerppeilen voor de gezette steenbekledingen opgesomd. De paren golfrandvoorwaarden (Hs en Tp) kunnen gebruikt worden voor de gehele zone waarvoor ze afgegeven worden. Ter verkrijging van de maatgevende waterstanden (ontwerppeilen) zijn de toetspeilen vermeerderd met 0,1 meter, met het oog op de toekomstige meerspiegelstijging.

De vakindeling is gebaseerd op Hydra-Q. Aangezien Hydra-Q een onnauwkeurigheid in de randvoorwaardenvakken van enkele tientallen meters kent, is verschuiven van de vakgrenzen tot 50 meter zonder meer toegestaan. Dit verschuiven van de grenzen van de randvoorwaardenvakken kan zinvol zijn om aan te sluiten bij grenzen van bekledingsvakken of vakken met eenzelfde geometrie. Eventueel moet aangesloten worden op de vakindeling zoals die gehanteerd wordt voor andere onderdelen van de waterkering. De gehanteerde vakken dienen in de legger van de beheerder opgenomen te worden ten behoeve van toekomstige toetsingen.

Tabel 6-1: Golfrandvoorwaarden

traject [km]

niveau

Hs

Tp

toetspeil

ontwerppeil

[m tov NAP]

[m]

[s]

[m +NAP]

[m +NAP]

38,00 – 40,10

< -0,1

0,88

4,30

2,70

2,80

-0,1 – 1,1

0,99

5,06

1,1 – 3,5

1,03

6,11

> 3,5

1,10

5,07

De glooiing wordt besproken van teen tot aan bovenbeloop. Het interessegebied voor het ontwerp van steenbekleding strekt zich uit van teen tot kruin. Van belang voor ontwerp zijn de kern van de dijk en de bekleding (toplaag, granulaire onderlaag en onderlaag). De glooiingen zijn geïnventariseerd en getoetst door Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied. Naast een korte beschrijving van de aspecten die van belang zijn voor het ontwerp wordt in het kort de huidige bekleding beschreven.

De teen ligt onder NAP. Het onderbeloop van de Ramsdijk is voornamelijk bekleed met graniet en basalt, maar ook komen betonblokken voor. De berm (onderhoudsweg)

bestaat uit betonblokken, asfalt op klinkers en klinkers. De ligging van de berm varieert van NAP +1,3 meter tot NAP+1,65 meter, dus ruim onder ontwerppeil. Het bovenbeloop heeft over het gehele traject een grasbekleding. Het basismateriaal van het bovenbeloop bestaat uit zand, afgedekt door een kleilaag, dik minimaal 0,57 meter.

In het kader van de toetsing is op basis van hydraulische randvoorwaarden en huidige geometrie en bekleding, gekozen voor de vakindeling zoals aangegeven in Tabel 6-2. De genoemde bekledingen betreffen de vlakken met de score ‘onvoldoende’.

profiel [km]

traject [km]

Onderbeloop Bovenbeloop

bekleding onder- en bekleding onder- en bovengrens bovengrens

38,10

38,00–

38,14

beton- NAP+1,30m Gras van berm tot blokken tot toetspeil

NAP+1,45m * (golfklapzone)

39,7

39,00–

40,10

klinkers NAP+1,30m Gras van berm tot tot toetspeil

NAP+1,65m (golfklapzone)

profiel [km]

traject [km]

Onderbeloop Bovenbeloop

bekleding onder- en bekleding onder- en bovengrens bovengrens

38,10

38,00–

38,14

beton- NAP+1,30m Gras van berm tot blokken tot toetspeil

NAP+1,45m * (golfklapzone)

39,7

39,00–

40,10

klinkers NAP+1,30m Gras van berm tot tot toetspeil

NAP+1,65m (golfklapzone)

Tabel 6-2: Vakindeling en vakken op onder- en bovenbeloop met de score ‘onvoldoende’

*: het betreft hier een vrijwel horizontaal gedeelte van de berm.

Bron

Handreiking Dijkbekledingen Deel 2: Steenzettingen (HDD2)

Hoofdstuk
Ontwerp Voorbeeld: ontwerp nieuwe bekleding
Auteur
Cirkel J., C. van Dam, E. van den Akker, J.W. Nell
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat WVL en Projectbureau Zeeweringen
Verschijningsdatum
2015
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.