Laboratoriumonderzoek wordt uitgevoerd om de vermoeiingseigenschappen van het asfalt vast te stellen. Asfalt is vermoeiingsgevoelig. Dat wil zeggen dat het een eindig aantal belastingen kan weerstaan. Bij lage belastingen kan het asfalt heel vaak worden belast, bij hoge belasting slechts enkele keren tot het bezwijkt. Dit gedrag wordt in de vermoeiingslijn beschreven. De lijn wordt vastgesteld door proefstukken vervaardigd uit de boorkernen te beproeven, waarbij lage en hoge belastingen en het aantal keer van belasten tot bezwijken worden geteld. Dit levert een vermoeiingslijn op zoals weergegeven in Figuur 7-12.
Figuur 7-12: Vermoeiingslijn dijkvak 1 (km 0-2,4)
De vermoeiingslijn kan in het programma GOLFKLAP worden ingevoerd met de parameters av en log(kv) of v en v. In Figuur 7-12 zijn twee groepen van data (blauwe punten) te zien. De eerste groep ligt op de x-as. Deze datapunten zijn verkregen bij één lastherhaling, de zogenaamde breuksterkteproeven. De andere dataset is het resultaat van de vermoeiingsproeven. Van de breuksterkteproeven wordt de karakteristieke waarde bepaald, deze wordt ook ingevoerd in het programma GOLFKLAP. Voor meer details wordt verwezen naar de werkwijzebeschrijving voor de gedetailleerde toetsing op golfklappen [66].
Van de bekleding van dijkvak 1 (km 0-2,4) zijn de vermoeiingsparameters gegeven in Figuur 7-12. De karakteristieke breuksterkte is 5,32 MPa. Voor dijkvak 2 (km 2,4-3,2) zijn de volgende parameters van toepassing: v = 0,42, v = 4,70 en b5%=4,50 MPa.
Het resultaat van de gedetailleerde toetsing is een toetsoordeel op basis van de Minersom, die berekend wordt met het programma GOLFKLAP. De Minersom geeft de verhouding weer tussen het maximaal toelaatbare aantal lastherhalingen en het optredende aantal lastherhalingen. Bij een Minersom van 1 is het maximaal toelaatbare aantal lastherhalingen bereikt. Er zal bij meer lastherhalingen schade aan de bekleding optreden. Het programma GOLFKLAP berekent op welke locatie op het talud de Minersom het hoogst is en geeft deze Minersom als resultaat van de berekening. De invoerparameters en het resultaat zijn gegeven in Tabel 7-16.
De volgende scores worden gegeven op basis van de Minersom:
Parameter
|
dijkvak 1
km 0-2,4
|
dijkvak 2
km 2,4-3,2
|
Stormopzet
|
Noordzee en Westerschelde
|
Noordzee en Westerschelde
|
Toetspeil [m+NAP]
|
4,5
|
4,5
|
GWS [m+NAP]
|
0,03
|
0,03
|
GGA [m]
|
0,73
|
0,73
|
Ttij [u]
|
12,4
|
12,4
|
fase [u]
|
0,0
|
0,0
|
Tg [s]
|
3,54
|
3,54
|
Hs [m]
|
1,6
|
1,6
|
Stappen SWL [-]
|
30
|
30
|
Vermoeiing v [-]
|
0,50
|
0,42
|
Vermoeiing v [-]
|
5,90
|
4,70
|
Breuksterkte (b5%) [MPa]
|
5,32
|
4,50
|
Laagdikte (h5%) [m]
|
0,204
|
0,215
|
E-modulus (E95%) [MPa]
|
10067
|
11765
|
[-]
|
0,35
|
0,35
|
Beddingconstante (c5%) [MPa/m]
|
52
|
61
|
Aantal rekenpunten [-]
|
50
|
50
|
Berekende Minersom [-]
|
0,008
|
0,112
|
de score is ‘onvoldoende’ bij: Minersom > 10.
Beide delen van de bekleding krijgen de score ‘goed’ op basis van de gedetailleerde beoordeling op golfklappen. In Figuur 7-13 is een resultaat van de berekening met het programma GOLFKLAP gegeven. De groene lijn geeft de vermoeiingslijn weer. De rode blokken geven het aantal keer dat een spanning is opgetreden weer. De verhouding tussen
het aantal keren dat een spanning is opgetreden en het maximum aantal keren dat een spanning mag optreden, voor alle spanningen bij elkaar opgeteld, bepaalt de Minersom.
Tabel 7-16: Invoerparameters en resultaat programma GOLFKLAP
Figuur 7-13: Resultaat GOLFKLAP berekening dijkvak 2
Met deze score is de gedetailleerde beoordeling op golfklappen afgerond. Het volgende onderdeel van de toetsing is de toetsing op wateroverdrukken.