Het resultaat is een stijfheid van de asfaltlaag en de ondergrond onder het asfalt. De stijfheid van de ondergrond wordt omgerekend naar een beddingsconstante. Omdat de stijfheid van het asfalt temperatuursafhankelijk is, wordt de temperatuur van elk meetpunt opgeslagen.
Deze temperatuur wordt gebruikt om de stijfheid bij 5°C te berekenen. Er wordt een stijfheid berekend bij 5°C omdat het asfalt gemiddeld deze temperatuur heeft tijdens het stormseizoen. Omdat de procedure van de temperatuurscorrectie ook zijn beperkingen heeft, dient de asfalttemperatuur tijdens de metingen bij voorkeur niet boven de 15°C te liggen.
Het uit valgewicht-deflectiemetingen terugrekenen van stijfheden is alleen mogelijk als de laagdikte in elk meetpunt bekend is. De laagdikten worden met radarmetingen bepaald. De valgewichtmeetpunten worden gemarkeerd met een verfstip zodat tijdens de radarmeting het valgewichtmeetpunt getraceerd kan worden. Beide metingen worden op een zogenaamde meetraai evenwijdig met de onderzijde van de bekleding uitgevoerd. Deze meetraai ligt op ten minste drie meter van de onderzijde van het asfalt. In Figuur 7-9 is te zien waarom deze afstand wordt aangehouden. In veel gevallen bevindt zich een verdikking aan de onderzijde van de bekleding. Een meting op dit deel zou niet representatief zijn voor de hele bekleding.
meetraai
Figuur 7-9: Variatie van de laagdikte over het talud
De radarmeting levert enerzijds de laagdikte per valgewicht-deflectiemeetpunt en anderzijds een vrijwel continue registratie van de laagdikte over de meetraai op. Van deze laatste kan een frequentieverdeling worden bepaald. Hieruit wordt de karakteristieke laagdikte (d5%) vastgesteld die wordt gebruikt voor de gedetailleerde toets.
De frequentieverdelingen voor de dijkvakken zijn weergegeven in Figuur 7-10. De berekende karakteristieke laagdikte voor dijkvak 1 (km 0-2,4) is 204 mm. De karakteristieke laagdikte voor dijkvak 2 (km 2,4-3,2) is 215 mm.
Figuur 7-10: Frequentieverdelingen van de gemeten laagdikte
Tabel 7-15: Karakteristieke waarden laagdikte, E-modulus en beddingsconstante
Karakteristieke waarde
|
dijkvak 1: km 0-2,4
|
dijkvak 2: km 2,4-3,2
|
Laagdikte (d5%) [mm]
|
204
|
215
|
E-modulus (E95%) [MPa]
|
8067
|
9765
|
Beddingconstante (c5%) [MPa/m]
|
52
|
61
|
De laagdikte, berekend volgens deze methode, wordt gebruikt in het programma GOLFKLAP om te bepalen of de bekleding de golfaanval tijdens maatgevende condities kan weerstaan.
Deze en de overige uit de valgewicht-deflectiemetingen teruggerekende karakteristieke waarden zijn gegeven in Tabel 7-15.