Toetsing op golfklappen (AGK) - Toetsing voorbeeld

Een volgende stap in de gedetailleerde toetsing is het bepalen van de sterkte-eigenschappen in het laboratorium. Hiervoor moeten kernen worden geboord uit de bekleding waaruit in het laboratorium proefstukken worden vervaardigd. Per dijkvak worden 12 kernen geboord.

Hiervan wordt op acht kernen proeven uitgevoerd en dienen vier kernen als reserve. De resultaten van de acht kernen moeten een goed beeld geven van de hele bekleding, dus van de goede, gemiddelde en slechte locaties. Om inzicht te krijgen waar zich goede en slechte locaties bevinden, wordt de rek aan de onderzijde van de bekleding berekend uit de valgewicht-deflectiemetingen. De doorbuiging van de bekleding onder het valgewicht veroorzaakt een rek aan de onderzijde van het asfalt. Deze uitrekking wordt berekend voor elke locatie van de valgewichtmeting. Hoe groter de rek is, hoe slechter het asfalt. Om een representatief beeld van de bekleding te krijgen, wordt uit de verdeling van de rekken het rekniveau behorende bij vier percentielpunten (5%, 35%, 65% en 95%) bepaald. Per rekniveau worden drie meetpunten geselecteerd met rekken die daar het dichtst bij lagen. Op de betreffende twaalf meetpunten wordt een extra markering aangebracht zodat voor het boorbedrijf duidelijk is waar geboord moet worden. De kernen worden elk uniek gemarkeerd met een code en afgeleverd in het laboratorium.

Voorbeelden van gemeten rekken zijn gegeven in Figuur 7-11. Er is een aantal locaties waar hoge rek gemeten wordt.