De gedetailleerde beoordeling gaat uit van de cumulatieve overbelastingmethode, zoals beschreven in paragraaf 6.2, waarbij wordt uitgegaan een kritische stroomsnelheid ucvan 4 m/s. Met deze kritische snelheid (die de sterkte van het talud beschrijft), kunnen onderstaande grafieken worden gebruikt om de cumulatieve overbelasting te bepalen en te toetsen aan een kritische waarde van 1000 m2/s2. Voor de veilige schatting van 4 m/s moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
De graszode moet gesloten zijn, niet open of fragmentarisch. Ruigte begroeiing, tuintjes en parken voldoen hier zeker niet aan.
-
Bij een taludhelling steiler dan 1:4 moet er een kleilaag aanwezig zijn van minimaal 0,4 m dikte om uitspoeling van zand van onder de kleilaag door graverij te voorkomen.
-
Er mogen geen objecten of beschadigingen in de stroming staan groter dan 0,15 x 0,15 m2.
-
De taludhelling mag niet steiler zijn dan 1:2,3. Dit is de grens van de taludhelling waarbinnen bij de golfoverslagproeven ervaring is opgedaan. Hierbij wordt overigens opgemerkt dat bij steilere talud het lastiger zal zijn om te voldoen aan de eis van een ‘gesloten zode’ en dat ook het mechanisme afschuiven mogelijk dominant zal worden.
De grafieken geven de cumulatieve overbelasting voor een combinatie van golfhoogte en gemiddeld overslagdebiet voor de duur van 1 uur. Bij een langere, of kortere, belastingduur moet het resultaat van de grafiek worden vermenigvuldigd met de belastingduur (in uren).
Figuur 7.6a Cumulatieve overslagbelasting L(u2 – u2c) als functie van gemiddeld overslagdebiet, golfhoogte en kritische snelheid en voor een belastingduur van 1 uur.
Figuur 7.6b Cumulatieve overslagbelasting L(u2 – u2c) als functie van gemiddeld overslagdebiet, golfhoogte en kritische snelheid en voor een belastingduur van 1 uur. Detail van Figuur 7.6a.