Standtijdmodel - Modellen

Voor de gedetailleerde achtergrond van het standtijdmodel, inclusief die voor de kleilaag onder de toplaag, wordt verwezen naar [26]. Voor de sterkte van de toplaag, inclusief de graszode, is de veiligheidsmarge tussen proefresultaten en waarnemingen uit het veld en het standtijdmodel, ten opzichte van [26] wat groter gemaakt voor de hogere golfhoogtes (meer dan 0,5 m).

Een golfbelasting van minder dan 0,25 m geeft hooguit zeer beperkte schade. Er zal nooit schade kunnen ontstaan die het functioneren van de dijk in gevaar brengt, behalve als er sprake is van een fragmentarische zode. Onder bepaalde omstandigheden kunnen wel randen op het buitentalud ontstaan met een diepte van hooguit een paar decimeter (zie bijvoorbeeld Figuur 3.5).

Bij een golfhoogte van 0,25 tot 0,5 m zal bij een open of een gesloten zode (geen fragmentarische zode) de toplaag meer dan 20 uur standhouden. Dit is bijna altijd meer dan de belasting op één taludniveau zal zijn. Er kan bij deze lange belastingduur schade ontstaan aan de klei onder de zode met een diepte van 0,3 m.

afbeelding_frombase64_0

Figuur 6.7 Standtijd van de toplaag voor verschillende significante golfhoogten, zodekwaliteit en grondsoort

Indien de golfbelasting hoger wordt dan 0,5 m dan kan met Figuur 6.7 worden gekeken wat de maximale standtijd is bij een bepaalde golfhoogte. Opgemerkt wordt dat het verschil tussen schrale en stevige klei niet sterk tot uiting komt in de standtijd indien alleen de toplaag wordt beoordeeld. Pas na een doorbraak van de toplaag gaat de categorie grond een belangrijke rol spelen. Dit valt echter onder reststerkte en wordt hier niet verder uitgewerkt (zie daarvoor par. 2.4.6 van de VTV2006).

Het gebruik van de grafieken wordt begrensd door een golfhoogte van 1 m. Dit is 0,35 m lager dan de maximale golfhoogte waarmee in golfgootexperimenten ervaring is opgedaan. Daarnaast worden de grafieken voor een golfhoogte groter dan 0,5 m begrensd op een taludhelling van 1:2,5.

Als er sprake is van erosiegevoelige grond dan moet de kwaliteit van de zode (open of gesloten) bepaald worden met de spadeproef, want een visuele beoordeling is dan niet voldoende. In sommige gevallen kan zich namelijk een ongeschikte vegetatie ontwikkelen op erosiegevoelige grond. In het ontwerp moet vermeden worden om erosie gevoelige grond toe te passen op dijktaluds waar golfklappen kunnen optreden.

Het knikpunt vanaf het horizontale grafiekgedeelte naar beneden bevindt zich op een standtijd van acht uur.

Meestal zal er sprake zijn van een variërende waterstand. Door hiermee rekening te houden, wordt doorgaans een gunstiger toetsresultaat verkregen, zie paragraaf 7.3.3.

Bron

Handreiking Dijkbekledingen Deel 5: Grasbekledingen (HDD5)

Hoofdstuk
Modellen
Auteur
Cirkel J., C. van Dam, E. van den Akker, J.W. Nell
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat WVL en Projectbureau Zeeweringen
Verschijningsdatum
2015
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.