Deze paragraaf behandelt de steenbekleding van kruin en binnentalud van zee- en meerdijken die belast worden door golfoverslag. Bij de meeste dijken volstaat in deze zone een grasbekleding, maar in zeldzame gevallen, bij relatief lage dijken en hoge golven, kan het overslagdebiet zo groot zijn dat een harde bekleding nodig is.
Of een steenbekleding nodig is, hangt af van de toepasbaarheid en gewenstheid van een grasbekleding.
De afweging en keuze tussen verschillende typen steenzettingen wordt gemaakt op basis van de criteria die ook voor het buitentalud boven ontwerppeil gelden (§4.8.5), waarbij de concrete invulling anders kan zijn.
De belasting van een steenzetting op de kruin of het binnentalud wordt bepaald door de golfoploop en door de kruinhoogtemarge (het verschil tussen stilwaterstand en kruinhoogte). De maatgevende situatie doet zich bijna altijd voor als de waterstand op ontwerppeil ligt. Als de kruin hoger ligt dan ontwerppeil +z2% is de belasting door het overslagdebiet zo klein, dat een grasbekleding volstaat. Als toch wordt gekozen voor een steenzetting, volstaat een standaardsteenzetting met de minimaal leverbare afmetingen (bijvoorbeeld toplaagdikte van 0,20 meter met een dichtheid van 2300 kg/m3). Als de kruin daarentegen lager ligt dan ontwerppeil +Hs is de belasting zo zwaar, dat de benodigde bekleding ontworpen kan worden met STEENTOETS.
