Bij het maken van een eerste globale vakindeling moet in elk geval rekening worden gehouden met drie kenmerken: het bekledingstype, de hydraulische randvoorwaarden (in lengterichting) en de aanwezigheid van een berm. In principe moet elke begrenzing van deze drie kenmerken ook de begrenzing van een toetsvak zijn. Het betreft eenvoudig te bepalen kenmerken, te bepalen met gegevensverzameling van fase 1 (reeds beschikbare gegevens) of 2 (niet-destructieve inspectie op de dijk).
Vanzelfsprekend moeten de toetsvakken zo worden gekozen dat binnen één toetsvak slechts één bekledingstype voorkomt. Daarbij gaat het niet alleen om het toplaagtype (inclusief dikte en dichtheid), maar ook om de aard van de lagen daaronder (al dan niet een granulaire laag, enkele of dubbele granulaire laag, al dan niet een geokunststof of vlijlaag). Een vlijlaag werd in het verleden toegepast, in de huidige ontwerpmethodiek wordt in plaats daarvan een geotextiel toegepast. Het bekledingstype is bepalend voor de vakindeling, omdat voor verschillende bekledingstypen soms verschillende rekenmethoden gelden en omdat de waarden van de toetsparameters bijna altijd verschillen.
De hydraulische randvoorwaarden worden aangeleverd in de vorm van tabellen, of worden berekend met de Hydra-programmatuur. In beide gevallen volgt uit de aangeleverde gegevens een vakindeling in lengterichting. De bijbehorende vakgrenzen zijn vaak logische punten zoals bochten in de dijk of overgangen in het voorland. Ook bij lange eenvormige stukken wordt gewerkt met vakken, met een lengte van enkele kilometers. In zo’n geval wordt de vakgrens halverwege de uitvoerpunten van de golfberekening gelegd. Als de vakgrens ter plaatse van een bocht of een andere overgang ligt, moet worden gekozen welke randvoorwaarden in de bocht zelf worden toegepast. In eerste instantie moet voor een bocht of overgang de zwaardere van de twee aangrenzende randvoorwaarden worden gebruikt.
Als in het buitentalud een berm aanwezig is, kunnen al bij de globale toetsvakindeling drie vakken worden onderscheiden: onder de berm, de berm zelf en boven de berm.
