Voorbeelden van deklagen
Deklaag met graslandbekleding
Een deklaag bestaande uit klei met een graslandbekleding is een eenvoudige en in veel situaties (vooral bij rivierdijken) doeltreffende bekledingsconstructie. Figuur 4.3 geeft de deklaag met de hierin te onderscheiden onderdelen weer.
De functie van de deklaag is, zoals eerder vermeld, het beschermen van de kern tegen aantasting. Aan deze functie wordt voldaan door een goede erosiebestendigheid van het oppervlak van het talud. De erosiebestendigheid wordt geleverd door de interactie van de klei en de vegetatie, waarbij diversiteit aan vegetatie een sterke zode bewerkstelligt. Dit is te bereiken door de wijze van beheren.
Er lijkt een tegenspraak aanwezig, doordat een vettere klei erosiebestendiger is. terwijl een sterke zode zich beter ontwikkelt op een armere klei. Om deze reden wordt de deklaag wel opgebouwd uit een toplaag en een onderlaag. De toplaag van ca. 0,3 m bestaat dan uit materiaal waarop de vegetatie zich goed ontwikkelt en de onderlaag bestaat uit erosiebestendiger klei (zie figuur 4.4.).
Figuur 4.3 Opbouw deklaag met onderdelen
Figuur 4.4 Gedifferentieerde toplaag
Bij dijkverbetering wordt voor de toplaag ook wel materiaal gebruikt van de toplaag van de oude dijk, wanneer daarop interessante vegetatie aanwezig is. Door de TAW wordt momenteel verder onderzoek gedaan naar de erosiebestendigheid van taluds met een graslandbekleding
Voor het beheer wordt verwezen naar 'Aanleg en beheer van grasland op rivierdijken' van dr. L.M. Fliervoet en naar 'LNC-aspecten en beheer van steile dijktaluds', dat in de handreiking 'constructief ontwerp' (TAW april 1994) is opgenomen.
De ontwikkeling van een soortenrijke vegetatie op een nieuw aangelegd talud duurt ca. 3 tot 5 jaar. Vooral direkt na aanleg, wanneer de vegetatie zich nog niet heeft ontwikkeld, is een deklaag kwetsbaar voor erosie. Om deze reden wordt de aanleg van een zandiger toplaag op het buitentalud waarop een soortenrijke vegetatie zich goed ontwikkelt beperkt tot die delen die hoger liggen dan een waterstand met een frequentie van ca. 1/10 per jaar. In de lager gelegen delen van het talud, waar een grotere kans is dat er in het winterseizoen water tegen de dijk kan staan, wordt dan de gehele deklaag van erosiebestendige klei gemaakt. Ook kan het lagere deel van het talud met zoden worden bekleed.
Een nieuw aangelegd talud heeft in de eerste jaren na aanleg een intensiever onderhoud nodig, zeker als het in die eerste jaren wordt belast door een hoge waterstand eventueel in combinatie met golfaanval. Het is mogelijk in het bestek van aanleg van het talud een onderhoudsperiode van bijvoorbeeld drie jaar op te nemen, om het risico van de eerste jaren in te dekken.
Er zijn geen aanwijzingen dat een bekleding van de deklaag met doorgoeislenen. die vervolgens gevuld of overvuld worden met klei. een betere erosiebestendigheid heeft dan een graslandvegetatie zonder doorgroeistenen.