Zoeken in deze site

Beschrijving van klei - Klei in dijken

Klei in dijken

Beschrijving van klei

De term 'klei' kan op verschillende manieren worden gedefinieerd. In het onderhavige rapport wordt 'klei' gebruikt als benaming voor cohesieve grond die voor een belangrijk deel uit fijne deeltjes bestaat. 'Klei' kan echter tevens gebruikt worden als algemeen begrip voor fijne minerale grondbestanddelen, zoals in "kleiige grond" of "klei heeft affiniteit voor water". Ook deze definitie zal in dit rapport, daar waar nodig, worden gebruikt.

In NEN 5104 [16] wordt de grondsoort klei gedefinieerd als een natuurlijke grond met een samenstelling gebaseerd op de massapercentages lutum, silt en zand. zoals in figuur 2.1. is aangegeven. Natuurlijke grond bestaat in dit verband uit erosie- en afbraakprodukten van natuurlijke gesteenten, die door natuurlijke processen bijeen zijn gekomen. De in NEN 5104 gebruikte fractiegrenzen voor de verschillende fracties zijn:

  • zand,  equivalente korre1diameter gelijk aan of groter dan 63 µm en k1einer dan 2 mm;

  • silt.    equivalente kor reldiameter ge1ijk aan of groter dan 2 µm en kleiner dan 63 µm;

  • lut um, equivalente korreldiameter kleiner dan 2 µm.

    De term 'equivalent korreldiameter' wordt gebruikt omdat voor zeer kleine deeltjes de grootte word t afgeleid uit de bezinksnelheden van deeltjes in water. waa rbij de deeltjes a1s bo1vormig worden verondersteld .

    afbeelding_frombase64_0

    Figuur 2.1: Klassilic:atie volgens NEN 5104 voor de grondsoort Klei.

    Klei komt in verschillende hoedanigheden voor met nogal uiteenlopende eigenschappen. De eigenschappen van een juist ontgraven plastische grijze of blauwe klei verschillen sterk van de eigenschappen van de stugge, kluitige landbouwgrond die daaruit kan ontstaan. De korrelgrootteverdeling van die beide kleisoorten kan dan nagenoeg dezelfde zijn, maar de civieltechnische eigenschappen als doorlatendheid en vormvastheid verschillen sterk. In het algemeen kan gesteld worden dat de civieltechnische eigenschappen van klei veranderen door invloeden vanuit de omgeving waarin de klei zich bevindt. Voorbeelden van dergelijke invloeden zijn verandering van grondwaterstand, uitdroging, etc.

    Enkele karakteristieke eigenschappen van klei zijn cohesie (samenhang) en het vermogen om water vast te houden. De cohesie is het gevolg van bindingskrachten tussen zeer fijne gronddeeltjes. Deze krachten zijn groot ten opzichte van het gewicht van de deeltjes. Het vermogen van klei om water vast te houden, komt doordat de watermoleculen zich relatief sterk hechten aan het oppervlak van de gronddeeltjes en omdat de vele zeer fijne poriën in klei, vanwege de grote weerstand, verplaatsing van water door de klei sterk beperken. Wanneer er geen grotere poriën in het kleipakket zitten, is een kleipakket in het algemeen dan ook slecht doorlatend.

Bron

Technisch Rapport Klei voor Dijken (TR17)

Hoofdstuk
Klei in dijken
Auteur
Technische Adviescommissie voor Waterkeringen
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat, Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Verschijningsdatum
Mei 1996
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.