Dit aspect is alleen van belang bij hergebruik: nieuw aan te voeren bekledingstypen zijn in voldoende mate beschikbaar. In de voorselectie (paragraaf 5.1) is al voor elk bekledingstype vastgesteld óf het beschikbaar is voor het projectgebied. In deze stap moet worden vastgesteld hoeveel van elk bekledingstype beschikbaar is.
Mogelijke bronnen van bekledingstypen
Bekledingselementen voor hergebruik kunnen beschikbaar zijn vanuit drie bronnen. Allereerst komen de elementen van eventuele als 'onvoldoende' beoordeelde bekledingen in hetzelfde dijkvak in aanmerking. De afmetingen en hoeveelheden zijn bekend vanuit de toetsing. Daarnaast kan worden gekeken naar als 'onvoldoende' beoordeelde bekledingen van gelijktijdig te verbeteren trajecten. Tenslotte kunnen elementen beschikbaar zijn in depots, bijvoorbeeld van eerder verbeterde dijkvakken eventueel in andere projecten. De beschikbare hoeveelheid en afmetingen kunnen worden nagegaan bij de contactpersonen van de betreffende projecten of bij de beheerders van de depots.
Overzicht van hoeveelheden en eigenschappen
De ontwerper moet in dit stadium een overzicht maken van de beschikbare hoeveelheid per type en van de belangrijkste constructieve eigenschappen: zuilhoogte en eventueel dichtheid. De beschikbare hoeveelheid kan het beste worden uitgedrukt in de bekleedbare oppervlakte (in m2). Dit is vooral van belang bij elementen die in gekantelde vorm kunnen worden toegepast, waarbij de constructiedikte groter, maar de bekleedbare oppervlakte kleiner wordt. Het is belangrijk om dit goed vast te leggen, omdat hierover makkelijk verwarring kan ontstaan. Een overzicht kan bijvoorbeeld worden gemaakt zoals in Tabel 4-1.
Uitval bij hergebruik
Bij hergebruik van betonelementen moet rekening worden gehouden met enig verlies ten opzichte van het oppervlak dat op de oorspronkelijke locatie werd bekleed. De levensduur van betonelementen is beperkt: op basis van visuele inspectie en eventueel tests van dichtheid, drukvastheid en slijtweerstand kan worden besloten dat een deel van de elementen niet kan worden hergebruikt als steenzetting. In de praktijk treedt bovendien bij verwijdering, transport en herplaatsing van bestaande betonelementen altijd enig verlies op. Voor dit laatste moet rekening worden gehouden met 1 à 2% verlies.
-
Bij elementen van basalt en graniet treedt minder beschadiging op en de levensduur van het materiaal is normaal gesproken zo groot dat bijna alle elementen geschikt zijn voor hergebruik. Een uitzondering is het verschijnsel ‘zonnebrand’: incidentele basaltzuilen die in de loop van de tijd sterk verweren. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het feit dat elementen met asfaltvervuiling niet geschikt zijn voor hergebruik in een steenzetting.
-
Bij handmatig zetwerk kan het ook gebeuren dat juist de zwaardere elementen worden uitgeselecteerd omdat ze minder handelbaar zijn.
Soms kan het zinnig zijn om ook transportafstanden in het overzicht op te nemen: die hebben een relatie met de criteria kosten en misschien ook met milieutechnische toepasbaarheid, en kunnen dus de afweging beïnvloeden.