Bij de waardering van dijkbekledingen speelt de natuurwaarde een rol. Omdat dijken op die plaatsen het water keren waar duinen (met veel natuurwaarde) daar niet toe in staat zijn, is de behoefte gegroeid om bekledingen toe te passen die planten en dieren meer mogelijkheden bieden om zich te vestigen.
In het algemeen worden bekledingen van asfalt in dit opzicht minder gewaardeerd dan bekledingen van natuursteen of betonelementen. Dit heeft te maken met het feit dat asfaltbekledingen vooral bestaan uit vlakke doorgaande plaatconstructies van asfaltbeton, die niet door begroeiing mogen worden aangetast; begroeiing is dus altijd bewust tegengegaan. Nu begroeiing als functie veel meer waarde krijgt, moet worden nagegaan in welke mate andere functies als veiligheid, duurzaamheid en ecologie hiermee zijn te verenigen. Immers als begroeiing de samenhang van doorgaande plaatconstructies
verstoort, komen de veiligheid en de duurzaamheid in het geding. Naast de verstorende invloed kan begroeiing ook een positief effect hebben:
-
Doorgaande begroeiing kan in de asfaltlaag als een wapening dienen;
-
Begroeiing als wieren en oesters kunnen als erosieremmende laag op de asfaltbekleding fungeren.
Asfaltbekledingen als gepenetreerde breuksteen en open steenasfalt hebben door hun ruwe oppervlak of grote poriën wel de potentie voor begroeiing. Door de grote flexibiliteit van deze materialen zal begroeiing niet snel tot schade leiden.
Tot voor kort was de kennis over de begroeiing van asfaltbekledingen nog heel beperkt. Daarom zijn in de afgelopen jaren diverse studies uitgevoerd naar de begroeiingsmogelijkheden van asfaltbekledingen. Vegetatieonderzoeken op open steenasfalttaluds in en boven de getijdezone hebben aangetoond dat deze taluds na enkele jaren spontaan geheel of grotendeels begroeid raken [59] en [27].
In een verkennend onderzoek [41] is gebleken dat de mate van begroeiing niet alleen bij asfaltbekledingen maar bij alle harde bekledingen heel sterk varieert. Alleen goed onderhouden asfaltbetonbekledingen en “vol en zat” gepenetreerde bekledingen waarbij de koppen van de steen zijn bedekt met gietasfalt blijken geen begroeiing te vertonen.
Van Berchum en Meijer hebben de natuurwaarde van gepenetreerde breuk- en zetsteenbekledingen in de tijzone onderzocht [2]. In hun onderzoek zijn de oorspronkelijk zeer lage waarderingen bijgesteld, omdat blijkt dat de bitumenhuid aan het oppervlak afslijt zodat het mineraal (steen, zand) toch begroeid raakt.
Bij de beoordeling van de begroeibaarheid van een (asfalt-)bekleding kan onderscheid worden gemaakt tussen zogenaamde constructiegebonden factoren (zie §3.8.9) en locatiegebonden factoren (zie §3.8.10) [41]. De samenstelling en de kwaliteit van de vegetatie hangen nauw samen met deze criteria. Bij constructiegebonden factoren spelen het type asfaltbekleding en de manier van verwerken een rol. Deze bepalen of er begroeiing mogelijk is of niet. Locatiegebonden factoren zijn vooral bepalend voor aard en type van de potentiële begroeiing.