Afschuiving (ZAF) - Toetsing

Voor een aantal situaties worden in deze paragraaf handreikingen gegeven voor het uitvoeren van een geavanceerde analyse voor het beoordelingsspoor Afschuiving. Bij steile taluds en bij potentieel opdrijven van de bekleding hoger op het talud is een geavanceerde analyse altijd nodig.

Bij een ongewoon brede waterkering of bij een zandscheg is een geavanceerde analyse van de bekleding nodig omdat wordt verondersteld dat er grote statische overdrukken hoger op het talud kunnen ontstaan. Deze veronderstelling wordt echter niet getoetst in de gedetailleerde toetsing, met name omdat de statische waterdruk zich niet met een eenvoudige regel laat kwantificeren.

De maatgevende buitenwaterstand zal vrijwel altijd beduidend hoger zijn dan de grondwaterstand, waardoor er bij de zwaarste golfaanval geen statische overdrukken zijn en er weinig gevaar voor afschuiven is. In sommige gevallen zijn er zelfs geen dynamische overdrukken, omdat de golven zich niet terugtrekken tot onder de grondwaterstand. In dat geval kan de bekleding niet afschuiven. Door in de beoordeling het verloop van de statische waterdruk te betrekken, wordt de toetsing nauwkeuriger en kan vooral hoog op het talud (vlak onder het toetspeil) de bekleding vaak alsnog goedgekeurd worden.

De toetsing zou als volgt uitgevoerd kunnen worden:

  1. Voer peilbuismetingen uit bij extreme omstandigheden (neerslag en hoog water);

  2. Bereken op basis hiervan het verloop van de grondwaterstand en de statische overdrukken tijdens de maatgevende storm;

  3. Bepaal voor het te toetsen punt de maximale statische overdruk en de bijbehorende golfbelasting;

  4. Vel een definitief toet oordeel:

    1. Als er geen statische en geen dynamische overdrukken zijn, wordt de bekleding goedgekeurd;

    2. Als de statische overdruk ongeveer gelijk is aan nul (onderlaag van zand) of kleiner is dan het opdrijfgewicht van de bekleding (onderlaag van klei): gebruik dan de gedetailleerde rekenregels;

    3. Als de statische overdruk groter is dan het eigen gewicht van de bekleding kan de ventielwerking beoordeeld worden. Zo zal ventielwerking veel sneller leiden tot nivellering van de statische overdrukken bij een zandscheg dan bij een ongewoon brede waterkering. Als er veel ventielwerking verwacht wordt, kunnen de gedetailleerde rekenregels toegepast worden. Als er getwijfeld wordt aan de ventielwerking kan gebruikgemaakt worden van bewezen sterkte.

Bij steile taluds kan de geavanceerde analyse zich richten op het krachtenevenwicht rond de teenconstructie. De kracht die de steenzetting uitoefent, moet door de teenconstructie opgenomen kunnen worden zonder grote vervormingen.

Als het steile talud resulteert in problemen ten aanzien van afschuiving kan in een geavanceerde analyse de lengte van het steile talud meegewogen worden.

In sommige gevallen wordt mogelijk niet voldaan aan de criteria, maar blijkt bij nadere beschouwing dat de criteria ook niet voor die gevallen bedoeld zijn. Een oordeel op basis van argumenten (kwalitatieve analyse) kan dan uitkomst bieden. Voorbeelden zijn een steil talud juist boven de teen of een bekleding juist boven een berm die onder het toets peil ligt.

Een steil taluddeel juist boven de teen zit feitelijk opgesloten en kan dus moeilijk afschuiven.

Bij een bekleding boven een lage berm geldt hetzelfde en is bovendien de golfterugtrekking begrensd. Daarom kunnen eventueel de gedetailleerde regels toegepast worden met een gereduceerde golfhoogte (Hs).

Bron

Handreiking Dijkbekledingen Deel 2: Steenzettingen (HDD2)

Hoofdstuk
Toetsing
Auteur
Cirkel J., C. van Dam, E. van den Akker, J.W. Nell
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat WVL en Projectbureau Zeeweringen
Verschijningsdatum
2015
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.