Voordat begonnen kan worden met het ontwerpen van een dijkversterking zal eerst de situatie van en langs de oude dijk moeten worden verkend. De verkenning richt zich op technische, natuurwetenschappelijke, landschappelijke, stedebouwkundige en cultuurhistorische aspecten. Niet alleen de bestaande dijk, ook de uiterwaard en het binnendijks gebied moeten hierbij betrokken worden. Veel van de gezochte informatie is te vinden in archieven of af te lezen uit bestaand kaartmateriaal. Daarna volgt de veldverkenning. Onmisbaar bij de veldverkenning, en ook later bij de verwerking van de gegevens, zijn goede situatiekaarten op schaal 1:500 of 1:1.000, en actuele dwarsprofielen van de dijk op schaal 1:100 of 1:200. Op karakteristieke punten kan een foto van de bestaande situatie van nut zijn bij het ontwikkelen van de plannen. Belangrijke aspecten bij de verkenning van het gebied zijn:
- de situatie van rivier, uiterwaard, dijk en binnendijks gebied; - dwarsprofielen met hoogtematen van de bestaande dijk om de 100 m, bij voorkeur ter plaatse van en genummerd volgens de aanwezige hectometer- of dijkpalen (hmp of dp); daarnaast eveneens de hoogtematen van bijzondere profielen; - gegevens over de vervorming en zetting van de bestaande kruin en horizontale verplaatsingen die zijn opgetreden na eerdere verhogingen van de dijk; - de hoogteligging van het binnen- en buitendijkse maaiveld met inbegrip van zomerkaden, oeverwallen, veerdammen en kwelkaden, en van de bodem en de taluds van klei- en zandwinputten, wielen en strangen;
- de samenstelling van het dijklichaam en de geologische opbouw van de ondergrond in voor- en achterland; vooral de dikte en uitgestrektheid van een afdekkend, slecht doorlatend pakket is hierbij van belang;
- de hydrologie van het gebied, met informatie over gemiddelde grondwaterstanden, kweldebieten, peilbuiswaarnemingen bij hoge en lage rivierstanden, het doorlatend vermogen van de zandondergrond en de weerstand van afdekkende pakketten;
- de waterkerende hoogte en gegevens omtrent fundering, constructie en kwelschermen van in de dijk aanwezige duikers, sluizen en gemalen;
- de aanwezige bebouwing, kabels en leidingen, met gegevens over hun constructie en hoogteligging in de dijk; - een inventarisatie van landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwetenschappelijke waarden langs de dijk;
- de toestand van grastaluds, oever- en dijkbekledingen.