Zoeken in deze site

Partiele veiligheidsfactoren - Stabiliteitsfactoren

Algemeen

In de deterministische veiligheidsbenadering wordt gebruik gemaakt van conservatieve aannamen met betrekking tot de grootte van de sterkte R en belasting S. Vervolgens wordt met een overallveiligheidsfactor een marge geëist tussen de berekende sterkte en belasting.

Υ= R/S (5.3.1)

R = gemiddelde sterkte langs het schuifvlak
S = aandrijvend moment (belasting)
Υ0 = stabiliteitsfactor op basis van gemiddelde waarden

Bij de drukstaafberekening wordt de overallveiligheidsfactor γ0,drukst als volgt bepaald:

γ0,drukst. = (Fp+ Fs)/ Fa ≥ 1 (5.3.2)

Fa = gemiddelde aandrijvende kracht uit actieve glijvlak
F= gemiddelde weerstandsbiedende kracht in achterland = einde drukstaaf
Fs = gemiddelde weerstandsbiedende kracht langs scheidingsvlak
γ0,drukst. = overall stabiliteitsfactor op basis van gemiddelde waarden

Partiële veiligheidsfactoren

Voor de stabiliteitsanalyse wordt aanbevolen een semi probabilistische methode te hanteren. Zoals hierboven aangegeven wordt de stabiliteit van een grondlichaam tegen afschuiven onderzocht door vergelijking van de sterkte en de belasting. Het maximaal mobiliseerbare tegenwerkende moment (of de weerstandbiedende krachten) en het aandrijvend moment (of de aandrijvende kracht) worden berekend op basis van rekenwaarden. De variabele die de sterkte vertegenwoordigt, wordt door γgedeeld zodat een veilige rekenwaarde voor de sterkte wordt verkregen. Daarentegen wordt de variabele die representatief is voor de belasting met γvermenigvuldigd.

Voor het mechanisme macrostabiliteit geeft het Expertise Netwerk Waterkeringen (ENW) als volgt invulling aan de veiligheidsfactoren:

γS= 1 en γ= γγγγ(5.3.3)

γ= partiële veiligheidsfactor die verband houdt met het schematiseren van de ondergrond (ook wel schematiseringsfactor genoemd)
γd = partiële veiligheidsfactor die verband houdt met het gebruikte model (ook wel modelfactor genoemd)
γ= partiële veiligheidsfactor die verband houdt met de materiaalparameters (ook wel materiaalfactor genoemd)
γ= partiële veiligheidsfactor die verband houdt met schade (ook wel schadefactor genoemd)
γR = veiligheidsfactor van de sterkte
γ= veiligheidsfactor van de belasting

Een karakteristieke waarde voor een materiaaleigenschap is een op basis van statistische analyses vastgestelde waarde met een bepaalde onder- en overschrijdingskans en kan worden bepaald zoals in bijlage 1 van TRWG is weergegeven. Voor de Bishop-methode is de stabiliteitsfactor:

γBishop = Rd/Sdof γBishop = γ0/(γγγγn) (5.3.4)

Rd = maximaal mobiliseerbare tegenwerkende moment berekend op basis van rekenwaarde (Rd= R/γR)
Sd = rekenwaarde voor het aandrijvend moment (Sd= γSS)

De stabiliteitsfactor γdrukst. is voor de drukstaafmethode (figuur 5.3.5):

γ0,drukst. = (Fp,d + Fs,d)/ Fa,d of γdrukst.0,drukst. /(γb γd γm γn) (5.3.5)

Fa,d = rekenwaarde van de aandrijvende kracht uit actieve glijvlak
Fp,d = rekenwaarde van de weerstandsbiedende kracht in achterland = einde drukstaaf
Fs,d = rekenwaarde van de weerstandsbiedende kracht langs scheidingsvlak

Ervan uitgaande dat de berekening met rekenwaarden is uitgevoerd (de vervormingen kloppen in dat geval niet, zie paragraaf 5.3.4) wordt de stabiliteitsfactor γeem voor de eindige elementenmethode afgeleid volgens:

γeem = Rd/ Sof γeem = γ0/(γγγγn) (5.3.6)

Bij de eindige elementenmethode wordt in het algemeen geen stabiliteitsfactor berekend. Het eindige elementenmodel Plaxis beschikt echter wel over de mogelijkheid om een stabiliteitsfactor te bepalen. Deze mogelijkheid wordt aangeduid als ‘c – ϕ reductie’.

Schematiseringsfactor

Het uitgangspunt van de stabiliteitsbeoordeling is een conservatieve inschatting van de bodemopbouw en waterspanningen. De onzekerheid hierin wordt vooralsnog verdisconteerd met een schematiseringsfactor γb= 1,3.

Materiaalfactor

In de materiaalfactor γzijn onzekerheden ten aanzien van de beschrijving van de schuifsterkte verdisconteerd. Dit is afhankelijk van de grondsoort, maar ook van de beproevingsmethode. De in de huidige adviespraktijk te hanteren materiaalfactoren zijn gepresenteerd in tabel 5.3.1.

De materiaalfactoren zijn afgeleid voor een basisbetrouwbaarheidsniveau β = 4,0 (1/jaar).

Tabel 5.3.1. Materiaalfactoren

Tabel 5.3.1. Materiaalfactoren

Figuur 5.3.1 Bezwijkproef Bergambacht aan de rivier de Lek
Figuur 5.3.1 Bezwijkproef Bergambacht aan de rivier de Lek

Triaxiaalproeven

De materiaalfactoren zijn bepaald, uitgaande van de bepaling van de effectieve cohesie c’ en hoek van inwendige wrijving tan ϕ’ met behulp van CU triaxiaalproeven [CU: Consolidated (= geconsolideerd) en Undrained (= ongedraineerd)]. Aangehouden is een rekgrens van 2 à 5%, zijnde een voldoende veilige benadering van de residuele sterkte

Bron

Addendum bij het technisch rapport waterkerende grondconstructies (ATRWG)

Hoofdstuk
Stabiliteitsfactoren
Opdrachtgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Expertise Netwerk Waterkeren
Verschijningsdatum
Juli 2007
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.