Zoeken in deze site

Kruinbreedte - Constructief ontwerp en beheer van dijk uitgevoerd in grond

De breedte van de kruin is mede bepalend voor de ruimte, die een dijk in beslag neemt. Wanneer bij het ontwerp ruimtebeslag een beperkende factor is, is het zinvol na te gaan of een smalle kruin mogelijk is. In bijlage 3, hoofdstuk 3.A is nader geanalyseerd wat de benodigde breedte van de kruin dient te zijn. Het blijkt dat grondmechanisch gezien de breedte van de kruin, als het buiten- en binnentalud stabiel zijn, geen extra onafhankelijke voorwaarde oplegt met betrekking tot de stabiliteit. Ook voor de waterkerende functie is er geen echte randvoorwaarde, slechts een overweging: bij een brede kruin zal water ten gevolge van overslaande golven op de kruin eerder tot stilstand kunnen komen en niet de polder inlopen. De minimale kruinbreedte blijkt meestal door secundaire aspecten, zoals verkeer en beheer, te worden bepaald. Op grond daarvan wordt het volgende aanbevolen.

Dijk met verkeersweg

Voor een dijk met een openbare verkeersweg wordt de kruinbreedte gedomineerd door de breedte van de weg. De kruinbreedte is groter dan de minimale kruinbreedte, zoals die wordt vermeld in leidraad bovenrivieren. De breedte van de berm van de verkeersweg moet zodanig worden gedimensioneerd dat ook ter plaatse van de fundering van de weg de dikte van de afdekkende kleilaag op het talud minimaal 1m bedraagt.

Groene dijk

Voor een groene dijk wordt geadviseerd de kruin minimaal 3 m breed te maken met het oog op normaal onderhoud vanaf de kruin, alsmede inspectie en bereikbaarheid in geval van hoge waterstanden. Van een eventueel aanwezige verhardingslaag op de kruin wordt aangenomen dat deze boven MHW is gelegen (minimale waakhoogte 0,5m). Aan de dikte van de afdekkende kleilaag ter hoogte van de onderkant van de verhardingslaag moet de eis worden gesteld dat zich hierop in ieder geval een goede begroeiing kan ontwikkelen.

Paralleldijk

Voor een paralleldijk wordt de minimale kruinbreedte, net als voor de groene dijk, bepaald door onderhoud, inspectie en bereikbaarheid. De kruin van de paralleldijk is meestal niet verhard vanwege de transportcapaciteit van de direct achter de kruin gelegen weg op de voormalige kruin. Voor onderhoud vanaf de kruin is echter minimaal wel 3m kruinbreedte nodig. lndien MHW hoger is gelegen dan de bovenkant van de oude dijks­kruin achter de paralleldijk, dient de veiligheid tegen horizontaal afschuiven te worden beoordeeld.

Wanneer er belangrijke overwegingen zijn om de kruin minder breed te maken, dan zullen aanvullende constructieve maatregelen moeten warden getroffen zoals beschreven in hoofdstuk 5.

  • afbeelding_frombase64_0
    afbeelding_frombase64_0

    Figuur 4. Kruinbreedte bij paralleldijk

Bron

Handreiking Constructief Ontwerpen (L9)

Hoofdstuk
Constructief ontwerp en beheer van dijk uitgevoerd in grond
Auteur
Verruijt A., F.B.J. Barends, J. Dekker, W.G. Epema, W. de Haan, B.A.N. Koehorst, A. de Koning, D.C. van Ooijen, P. Spaan, R.J. Termaat, J.K. Vrijling
Organisatie auteur
Grondmechanica Delft
Opdrachtgever
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Verschijningsdatum
April 1994
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.