Zoeken in deze site

Begroeiing - Niet waterkerende objecten

Begroeiing

Bij een dijkverbetering kan sprake zijn van reeds aanwezige bomen en struiken. De afweging welke begroeiing van waarde is en welke zonder bezwaar kan worden verwijderd wordt hier niet behandeld, maar dit kan wel degelijk het ontwerp of zelfs het tracé beïnvloeden. De dijkversterking kan invloed hebben op de gezondheid van bestaande begroeiing. Omgekeerd kan de aanwezigheid van begroeiing invloed hebben op het waterkerend vermogen. Naast een negatieve invloed kan begroeiing in enkele gevallen ook een positieve invloed hebben op het waterkerend vermogen. Op dit moment is er nog onvoldoende kennis om dit effect goed te kwantificeren. De komende jaren zal via onderzoek worden getracht deze kennisleemte op te lossen.

De invloed van bomen en struiken op het waterkerend vermogen van een grondlichaam heeft betrekking op de volgende aspecten:

  • Lokale ontgronding bij omwaaien;
  • Belasting;
  • Grondeigenschappen en gedrag;
  • Freatische lijn;
  • Erosie.

In hoofdlijnen zijn de volgende stappen te onderscheiden bij de beoordeling:

1. Gecontroleerd moet worden of de begroeiing de stabiliteit beïnvloedt ten aanzien van de aspecten:

  • Macrostabiliteit; de stabiliteit inclusief de begroeiing (windbelasting, eigen gewicht) en de stabiliteit na omwaaien (ontgrondingskuil) wordt beschouwd.
  • Piping; voor de beoordeling op piping is in het (Ref.) Technisch Rapport Zandmeevoerende Wellen een inventarisatie van mogelijke invloeden opgenomen en zijn voorlopige ontwerpcriteria gegeven.
  • Erosie; afhankelijk van de plaats van de begroeiing en het overslagdebiet is een beoordeling hiervan noodzakelijk. Indien de wortelzone zich geheel buiten het beoordelingsprofiel bevindt of indien aan de buitenzijde een afslagprofiel aanwezig is, en de wortels bevinden zich hierbuiten, kan de begroeiing zonder maatregelen blijven gehandhaafd.
  • Microstabiliteit; als de begroeiing in het binnentalud staat kan door de wortels of door omwaaien van bomen de microstabiliteit worden beïnvloed.

2. Indien kan worden aangetoond dat het ontwerpprofiel, inclusief de begroeiing, voldoet aan de eisen, kan de begroeiing blijven gehandhaafd.


3. Indien niet kan worden aangetoond dat het ontwerpprofiel aan de eisen voldoet, kunnen maatregelen worden genomen om de begroeiing buiten het beoordelingsprofiel te brengen. Hierbij valt te denken aan een stabiliteitsscherm of erosiescherm, teneinde de waterkerende functie van het binnen- of buitentalud of de berm met de begroeiing te vervangen.

afbeelding_frombase64_0

Figuur 8.2.4 Stroomschema beoordeling bomen op waterkeringen

Bron

Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies (P-DWW-2001-045)

Hoofdstuk
Niet waterkerende objecten
Auteur
Asperen L. van, E.O.F. Calle, J.R. Deutekom, E. van Hijum, G.J.C.M Hoffmans, R.H.J. Kremer, B.A.N. Koehorst, M.T. van der Meer, J. Niemeijer, M.A. Van
Organisatie auteur
Fugro Ingenieursbureau B.V., Arcadis Heidemij Advies B.V., Grontmij, Ingenieursbureau Amsterdam en Infram.
Opdrachtgever
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Verschijningsdatum
Juni 2011
PDF

Inhoudsopgave

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.