Er is onderzocht tot welke waterdiepte het verloop van de zeebodem significant bijdraagt aan de berekening van de lange golfhoogte bij het duinfront in XBeach. Hierin is aangegeven dat het effect op de lange golfhoogte relatief klein is (algemeen < 10%) als geldt dat:

n = c_g Groepsnelheid van golven [m/s]/c_fase Fase- of loopsnelheid van golven [m/s]< 0,95 (1)

Hierin is n de verhouding tussen de groepssnelheid c_g en loopsnelheid of fasesnelheid (c_fase) van de golven. Daarbij is n een functie van de waterdiepte en golf­periode.

De relatie tussen golfperiode, waterdiepte, en deze n-waarde is weergegeven in de tabel hierboven. Hierin is in rood aangegeven welke golfperiode-waterdiepte combinaties leiden tot n ≥ 0,95. In een dergelijke situatie is de golfperiode (en dus de golflengte) relatief groot ten opzichte van de waterdiepte. Er moet dan een grotere waterdiepte worden gehanteerd welke kan worden verkregen door het dwarsprofiel in zeewaartse richting te verlengen.

Indien n < 0,95 is de golfperiode (en dus de golflengte) voldoende klein en is dit laatste niet nodig.

Voor het kwantificeren van n-waarden zijn MatLab-scripts beschikbaar [Steetzel, et al., 2023].

Op basis van de opgelegde golfcondities (maximale piekperiode) en waterstand (getij en opzet) kan worden bepaald of elementen in het kustprofiel zodanig ondiep zijn dat zij de ontwikkeling van de lange golf en de gesimuleerde golfbelasting bij het duinfront substantieel kunnen beïnvloeden. Als dit het geval is, verdient het aanbeveling om deze ondiepten in de XBeach-simulatie te betrekken.