Bij niet-waterkerende objecten (NWO’s) geldt over het algemeen dat deze géén aantoonbaar positieve invloed hebben op de sterkte van zandige waterkeringen en dat er mogelijk sprake is van een negatieve invloed op de sterkte van de zandige waterkering. Dat laatste kan het geval zijn als de NWO (geheel of deels) gepositioneerd is in het zandige profiel (bijvoorbeeld kelder, bunker of garage). NWO’s op het zandige profiel (bijvoorbeeld kleinschalige constructieve elementen of strandbebouwing) hebben in de meeste gevallen geen aantoonbaar positief of negatief effect. Dit effect wordt sowieso klein verondersteld als de constructie in kleinere constructieonderdelen uiteen kan vallen. Voorbeelden daarvan zijn de op palen gefundeerde strandpaviljoens waarvan de bovenconstructie tijdens een zware storm in losse constructie-elementen uiteenvalt.

Voor meer achtergrondinformatie over NWO’s in duinen en handvatten voor de beoordeling ervan, zie [Boers, et al., 2014 (a) en (b)].