Vanaf 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De Omgevingswet werkt door in vier algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s): het Omgevingsbesluit, het Besluit kwaliteit leefomgeving (BKL), het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving (BBL). In deze AMvB's staan regels voor het praktisch uitvoeren van de wet. Het Bouwbesluit is overgaan in de BBL. De Waterwet is overgegaan in de BKL (de normen) en de Omgevingsregeling (overige deel).

Ten aanzien van ontwerpen is de vigerende werkwijze met betrekking tot de constructieve betrouwbaarheid van waterkerende kunstwerken dan als volgt: normen en uitgangspunten voor bezwijksituaties die leiden tot een overstroming komen uit de Omgevingsregeling en BKL, behorende bij de Omgevingswet. Voor de vertaling van deze eisen naar een ontwerp is de Technische leidraad sterkte of stabiliteit (zie het artikel Inleiding faalmechanisme sterkte en/of stabiliteit puntconstructies) en vervolgens de Werkwijzer ontwerpen waterkerende kunstwerken (WOWK) [Van Bree, et al., 2018] vigerend, waarbij ten aanzien van de sterkte gebruik wordt gemaakt van de Eurocodes. Deze werkwijze wordt gedetailleerd toegelicht in de WOWK. Voor de overige bezwijksituaties gelden de eisen en werkwijze uit de BBL, welke de Eurocodes aanwijst.

Ten aanzien van de wettelijke beoordeling gelden de eisen en uitgangspunten uit de Omgevingsregeling en BKL van de Omgevingswet. Voor de beoordeling is de Handleiding overstromingskansanalyse kunstwerken het vigerende instrument.