Zoeken in deze site

Inhoudsopgave


Model voor bezwijken bodembescherming door overslag en/of overloop

In de thans beschikbare modellen voor het bezwijken van de bodembescherming is het feitelijk heel simpel: falen treedt op als de optredende stroomsnelheid bij instroming over het kunstwerk groter is dan de kritieke stroomsnelheid van de aanwezige bodembescherming. De faalkans voor de bodembescherming Pf;bodembescherming wordt dus bepaald met de volgende formule:

Formule voor de kans op falen bodembescherming.

De parameterdefinities staan in dit artikel onderaan formule 6.

De kritieke stroomsnelheid met betrekking tot de bodembescherming is afhankelijk van de opbouw van de bodembescherming. Ter bepaling hiervan zijn meerdere modellen beschikbaar die allemaal hun eigen specifieke eigenschappen en randvoorwaarden kennen. In hoofdstuk 9 van de 'Werkwijzer ontwerpen waterkerende kunstwerken' [Van Bree, et al, 2018] worden voor de gangbare typen bodemverdediging modellen en de daarbij behorende parameters uitgebreid beschreven. Voor meer informatie hierover wordt hiernaar verwezen.

De optredende stroomsnelheid over de bodembescherming wordt bepaald door het totale overslag-/overloopdebiet over de keermiddelen en waterkerende constructiedelen en het beschikbare wateroppervlak waarover dit inkomende debiet verdeeld wordt. In formulevorm geldt:

Formule voor het optredend overslag-/overloopdebiet over het kunstwerk bij een bepaalde waterstand.
Formule voor het natte oppervlak ter plaatse van de bodembescherming.
Formule voor de optredende stroomsnelheid bij overslag en/of overloop.

Invullen in formule 1 levert:

Uitbreiding formule 1.

Oftewel:

Vereenvoudiging van formule 5.

Waarin:

Pf;bodembescherming Faalkans voor de bodembescherming [1/jaar].

uoptredend De optredende stroomsnelheid bij overslag en/of overloop [m/s].

uc Kritieke stroomsnelheid bodembescherming [m/s].

Qos/ol Optredend overslag-/overloopdebiet over het kunstwerk bij een bepaalde waterstand [m³/s].

qos/ol Gemiddeld optredend overslag-/overloopdebiet per strekkende meter [m³/s/m].

B Breedte van het kunstwerk [m].

Bsv Stroomvoerende breedte bodembescherming [m].

A Natte oppervlak ter plaatse van bodembescherming [m2].

hbi Binnenwaterstand [m t.o.v. NAP].

hbb Hoogte bovenkant bodembescherming [m t.o.v. NAP].

Literatuur

Van Bree, B., R. Delhez, R. Jongejan en A. Casteleijn. Werkwijzer ontwerpen waterkerende kunstwerken : Ontwerpverificaties voor de hoogwatersituatie ; Definitief, groene versie D2. Rijkswaterstaat (RWS WVL), rapport, november 2018.

Versies